5 tips om de nachtelijke skyline te fotograferen
De grootste uitdagingen om 's nachts een foto te maken: ervoor zorgen dat je camera niet beweegt en dat je sluitertijd lang genoeg is. Als jouw camera beweegt tijdens het maken van de foto krijg je lichtstrepen in plaats van lichtbollen. Als de sluitertijd te kort is is je foto veel te donker. Dit artikel vertelt je hoe je 's nachts een skyline van de stad fotografeert met een DSLR.
1. Zoek een goede plek
Een plek waarin je de hoogte in kan kan prachtig zijn. Je krijgt een mooi overzicht van de stad, je ziet een horizon en je ziet veel van de lucht. Ga zo ver mogelijk weg van de skyline zodat je het volledig kunt zien, maar niet zo ver weg dat het moeilijk is om de details te fotograferen. Als je dichtbij genoeg bent om stadsstraten te zien, krijg je via deze stappen licht van autolichten, wat een leuk effect geeft.
2. Stel je belichting in
Compactcamera's: gebruik een vooraf ingestelde modus voor een nachtopname, meestal te herkennen aan een klein maan of stersymbool. Sommige compactcamera's zijn uitgerust met meerdere opties voor weinig licht die geoptimaliseerd zijn voor gebruik met een statief.
DSLR: stel de camera in op handmatige of sluitertijdvoorkeuzestand en stel een zo laag mogelijke ISO in. Dit voorkomt ruis en hierdoor behoudt je foto een betere kwaliteit. Neem de lichtmeter van je camera aan als uitgangspunt en draai je sluitertijd totdat het streepje van je lichtmeter in het midden staat. De sluitertijd waarop je camera geselecteerd staat zou volgens de camera een goed belicht beeld moeten geven. Dan blijft er nog een instelling over en dat is diafragma. Kies een diafragma van ongeveer f / 10 voor optimale scherpte.
3. Neem een experimentele foto uit de hand
Hierdoor kan je zien hoe je belichting eruit ziet. Maak je dan geen zorgen om hoe de foto eruit ziet want die is bewogen. Het gaat in dit geval puur om de belichting. Pas je sluitertijd aan als het beeld te donker is of te licht. Als de foto te donker is, maak dan de sluitertijd langer. Als de foto overbelicht is, maak dan de sluitertijd langer.
4. Maak gebruik van een statief
Monteer de camera op een statief of plaats hem in een stabiele ondergrond zoals een muurtje nadat je de gewenste belichting hebt gevonden. Als je een zelfontspannermodus hebt, stel deze dan ook in. Als de camera en / of lens beeldstabilisatiemodus heeft moet je deze voor de foto uitschakelen. Door beeldstabilisatie met een statief te gebruiken kan je foto er zelfs vager uitzien!
5. Compositie
Een goede compositie mag niet ontbreken. Plaats je camera op statief of stabiele ondergrond, kies de gewenste compositie en maak vervolgens de foto! Bestudeer de resultaten van een paar opnames en bekijk of je tevreden bent met je compositie. Ben je dat niet, verander dan je compositie.