Portretten: Oplossingen voor bekende fotografiefouten

Wanneer je thuis komt na een fotoshoot, loop je vol enthousiasme naar je computer om de gemaakte kiekjes te bekijken en bewerken. De foto’s vallen tegen en er heerst een grote teleurstelling. Hieronder zie je een paar problemen waar je mogelijk tegenaan loopt.

Een deel van je foto’s is goed belicht, maar de rest is over- of onderbelicht

Tijdens het terugkijken van je foto’s zie je ineens dat slechts een fractie van de kiekjes bruikbaar is. Veel foto’s zijn veel te licht of te donker.

Waarom gebeurt dit?

Waarschijnlijk ben je tijdens het fotograferen vergeten om je instellingen aan te passen bij een wisselende locatie. Vooral op locatie kan de lichtval sterk verschillen in een kort tijdsbestek. Ook wanneer je eerst in direct zonlicht fotografeert en vervolgens naar een plek met schaduw gaat, kan je vergeten om je instellingen aan te passen.

Hoe los je dit op?

Controleer af en toe of de gemaakte foto’s goed belicht zijn. Zo kom je thuis niet voor verrassingen te staan. Probeer ook jezelf aan te leren om iedere keer als je naar een andere locatie gaat je camera-instellingen aanpast. In het begin is dit lastig, maar wanneer je er eenmaal gewend aan raakt, zal dit automatisch gaan.

Je hebt veel foto’s waarop het model de ogen dicht heeft

Bij portretfotografie zijn de ogen een belangrijk onderdeel. Zorg ervoor dat deze altijd god op de foto staan. Wanneer je model onbedoeld de ogen dichtknijpt is een foto vrijwel zeker onbruikbaar omdat hij of zij niet gecontroleerd de ogen sluit. Portretfoto’s met gesloten ogen kunnen mooi zijn als je het model dit bewust doet.

Waarom gebeurt dit?

Wanneer je begint met portretfotografie wil je geen moment missen. Waarschijnlijk druk je fanatiek op de sluiterknop in de hoop dat er tussen de gemaakte foto’s een goed exemplaar zit. Omdat je gehaast fotografeert, krijg je veel bewogen of onbruikbare foto’s.

Hoe los je dit op?

Neem de tijd. Bedenk een goede pose en zorg dat je model helemaal klaar staat. Maak bewust foto’s en blijf niet continu klikken. Hierdoor ga je bewuster de compositie kiezen en verklein je de kans op foto’s met geknepen ogen.

De foto’s ogen onnatuurlijk en het model lijkt ongemakkelijk

Goede portretfoto’s zijn kiekjes waarop je niet bewust bent van dat het model poseert. Je ziet uiteraard dat hij of zij een bepaalde houding aanneemt, maar dit valt niet per se op. Pas wanneer je model zich ongemakkelijk voelt in een pose, zal dit opvallen.

Waarom gebeurt dit?

Veel beginnende modellen of mensen die je portretteert hebben niet veel ervaring voor de camera. Zij kunnen zich hierdoor ongemakkelijk voelen en dit zie je terug in de houding of het gezicht. Hierdoor krijg je bijvoorbeeld opgetrokken schouders of statische armposities. Ook kan het moeilijk zijn voor jou als beginnend fotograaf, omdat je misschien ook weinig ervaring en kennis hebt van poseren.

Hoe los je dit op?

Kijk veel videotutorials waarin je een blik achter de schermen krijgt bij een fotoshoot. Hierdoor leer je hoe je jouw model kan laten poseren en wat voor soort foto dit oplevert. Sla fotografieboeken open, kijk op fotografiewebsites zoals 500px naar portretfoto’s en bestudeer de pose. Stel ook je model gerust tijdens de fotoshoot. Laat hem of haar de schouders naar voren en achteren ‘rollen’ wanneer je ziet dat zij deze optrekken. Wanneer je met je model praat over een ander onderwerp, kun je vaak ook de gedachten afleiden, waardoor de ongemakkelijke sfeer verdwijnt. Blijf ook niet achter je camera schuilen tijdens het gesprek, maar kijk hem of haar aan.

In de nabewerking kun je de belichting bijna niet aanpassen zonder dat dit over- of onderbelichte delen oplevert.

De belichting correct krijgen tijdens het fotograferen kan soms lastig zijn. Gelukkig kun je in de nabewerking veel corrigeren. Helaas kan het soms voorkomen dat je bepaalde onderdelen niet helemaal goed krijgt in de nabewerking. Dit is vervelend omdat je snel over- of onderbelichte delen krijgt.

Waarom gebeurt dit?

Waarschijnlijk fotografeer je in JPEG-formaat. Doordat dit type bestand gecomprimeerd is, wordt minder informatie opgeslagen, waardoor je minder vrijheid hebt in de nabewerking.  Wanneer je de belichting aan wil passen kun je dit minder nauwkeurig doen omdat je camera al een soort voorinstellingen heeft gebruikt bij dit soort bestand.

Hoe los je dit op?

Fotografeer in RAW-formaat. Dit is een groter bestandstype en hiermee kun je jouw foto beter bewerken omdat je bestand groter is en meer informatie opgeslagen wordt. In de nabewerking kun je de belichting goed herstellen. JE hebt meer mogelijkheden dan met een JPEG-foto. Bekijk in de onderstaande video de tips terug met praktische voorbeelden.

Deze video is in het Engels, maar gemakkelijk met Nederlandse ondertiteling te bekijken. Klik op het knopje met ‘CC’ en Engelse ondertiteling verschijnt. Klik vervolgens op het tandwielicoontje om de instellingen aan te passen. Kies voor de optie ‘subtitles’ om de ondertiteling aan te passen en gebruik de  ‘auto translate’ optie om de tekst in een andere taal te krijgen. Lukt dit niet in het venster op onze website, klik dan op de YouTube-knop om naar de originele videolocatie te gaan. Hier kun je op de bovenstaande manier de ondertiteling aanpassen. Bij sommige video’s werkt de vertaalfunctie niet optimaal, waardoor je soms vreemde zinnen voorbij ziet komen. Voor het grootste gedeelte levert de vertaalfunctie echter een prima resultaat op en is de ondertiteling goed te begrijpen.