Handige begrippenlijst voor fotografiejargon, deel 2
Zoals beloofd komen we terug op de eerdere begrippenlijst die we hier op de site zetten. Deze keer gaan we iets meer in op jargon.
Snel glas
Snel glas wordt ook wel ‘snelle lens’ genoemd. Dit is een objectief met een grote maximale diafragma opening, bijvoorbeeld 1.2 of 2.8. Wat heeft dat dan met snelheid te maken? Als het diafragma van een objectief verder open kan (lager f/getal), dan kun je de sluitertijd wat hoger houden en nog steeds voldoende belichting hebben. Zo kun je bewegingsonscherpte in je foto voorkomen, vooral onder slechte lichtomstandigheden. Een ‘snelle lens’ wordt ook wel omschreven als ‘lichtsterk’.
Nifty fifty
Dit is een Engelse bijnaam voor een objectief met een vaste brandpuntsafstand van 50mm (f/1.8). Deze worden veel gebruikt, omdat de zichthoek sterk overeenkomt met die van het menselijk oog. Foto’s met een 50mm komen dus qua beeldveld in de buurt van wat we zien. Het is favoriet van veel portretfotografen. maar ook straatfotografie en architectuurfotografie worden vaak met een 50mm gemaakt. Door de vaste brandpuntsafstand hebben ze vaak een grote maximale diafragma opening, waardoor het snel glas is. Nifty fifties zijn al voor heel redelijke bedragen te koop.
Image stabilisation
In het Nederlands noemen we dit beeldstabilisatie. Beeldstabilisatie zit ingebouwd in je objectief (of niet) en wordt meestal aangeduid met de letters IS. Het betekent dat er een mechanisme ingebouwd zit, die de ergste trillingen van je hand opvangt. Hierdoor kun je de sluitertijd iets langer zetten dan zonder beeldstabilisatie en nog steeds een scherpe foto maken.
Clipping
Clipping is onderbelichting in de schaduwen. De zwarte delen ‘lopen dan dicht’, waardoor er geen informatie meer in deze delen zit. Het is dan niet te redden in de nabewerking, zelfs niet als je in RAW fotografeert. In het histogram uit zich dit wanneer de piek links uitsteekt.
Blown out
Dit is het tegenovergestelde van clipping, want het betekent dat de lichte delen overbelicht of uitgeblazen zijn. De piek zit nu rechts in het histogram.
Belichten naar rechts
In het Engels ‘expose to the right’ genoemd. Dit betekent dat je naar rechts in het histogram belicht, dus dat je de foto iets overbelicht. Uiteraard wel zo dat de lichte delen nog terug te halen zijn in de nabewerking. Op deze manier gaat er geen informatie verloren in de schaduwen.
Chromatische aberratie
Chromatische aberratie is het verschijnsel waarbij wit licht uiteen valt in verschillende kleuren wanneer het een lens binnendringt. Het uit zich meestal in een paarse rand langs objecten met sterk contrast, bijvoorbeeld een voorwerp tegen de lucht. Meestal hebben objectieven met een lange brandpuntsafstand hier meer last van, ook de duurdere modellen. Vaak wordt in de reviews van een objectief uitgezocht hoeveel chromatische aberratie deze geeft, dus je kunt dit opzoeken voor je een nieuw objectief aanschaft.
Regel van Derden
Deze compositieregel suggereert dat het beeld is verdeeld in drie delen, zowel horizontaal als verticaal. Vaak resulteren de meest interessante composities in het plaatsen van het onderwerp op een van de snijpunten van die denkbeeldige lijnen, in plaats van in het midden van de foto.
Pixelpeeper
Dit is iemand die (bij elke foto) 100% inzoomt om op pixelniveau te kijken of de foto scherp is. Is deze niet volledig scherp, dan gaat ‘ie de prullenbak in.
Chimping
Chimping komt vaker voor bij beginnende fotografen, al is het bij sommige gevorderden ook een gewoonte geworden. Chimping is wanneer fotografen direct na het afdrukken naar hun LCD scherm kijken om te zien hoe de foto is geworden. De naam chimping komt van de geluiden als ‘oeh’ en ‘aaaah’ die daarbij gemaakt zouden worden, als die van een chimpansee. Er wordt vaak wat neerbuigend gedaan over chimping, omdat je goede fotomomenten kunt missen terwijl je op je scherm gefocussed bent. Maar natuurlijk is het helemaal niet slecht om eens te controleren of je belichting goed is en of de foto’s scherp zijn.
Shoot & burn fotograaf
Ook hier wordt zelden vol lof over gesproken in de fotografiewereld. Dit zijn fotografen die, direct na het fotograferen, de foto’s op een cd branden en aanleveren. Er vindt dus geen selectie of nabewerking plaats. Omdat daarmee veel werk wordt bespaard, rekent deze fotograaf waarschijnlijk een stuk minder voor de shoot. Maar, nabewerking is een deel van fotografie, dus over het algemeen is het inhuren van een shoot & burn fotograaf niet aan te raden.
C&C of CC
Deze afkorting kom je nogal eens tegen als je bijvoorbeeld op Engelstalige fora of Facebookpagina’s kijkt. C&C betekent ‘Comments & critiques’; degene die de foto post vraagt dus om feedback. CC betekent ‘constructive criticism’, dus ook hier wil de fotograaf graag opbouwende kritiek ontvangen.
EXIF
EXIF is een afkorting en staat voor Exchangeable image file format. Het bevat de metadata van een foto, dus de extra informatie die in het fotobestand is opgeslagen. Dat is bijvoorbeeld met welk cameramodel de foto gemaakt werd, welk objectief gebruikt werd op welke brandpuntsafstand, de datum en tijd, de camera instellingen (diafragma, sluitertijd & ISO) en in sommige gevallen gps informatie. Je kunt deze informatie vaak zien als je, op de computer, met je rechtermuisknop klikt en naar ‘eigenschappen’ en dan ‘details’ gaat. Ook in Lightroom en Photoshop is deze info toegankelijk.
Zijn er nog termen die hier niet bij staan en waar je graag uitleg over zou hebben? Laat ze achter in de comments!