Groothoeklens: ja of nee?
Wel of geen groothoeklenzen gebruiken? Het ligt er maar net aan welk beeld je vast wilt leggen. Hieronder enkele tips en wat uitleg.
Groothoeklenzen zijn niet zo eenvoudig te gebruiken als veel fotografen denken. Ze verkleinen de achtergrond en geven de voorgrond vreemde verhoudingen. Ze omvatten allerlei afleidingen voor de scène voor je, plus veel negatieve ruimte. En toch zijn groothoeklenzen ongelooflijke hulpmiddelen.
Negatieve ruimte
Een van de belangrijkste dingen van groothoeklenzen is hun potentieel voor extreme negatieve ruimte in je foto. De lucht, velden, oceanen, enzovoort, groothoeklenzen kunnen zo'n groot gebied niet opvullen en je creëert dus veel leegte. Dat is niet per se een slechte zaak, maar het is ook niet altijd je doel.
De negatieve ruimte brengt zijn eigen emoties over: isolatie, eenzaamheid, de kleinheid van je onderwerp. Als die emoties een onderdeel van je doel zijn, omarm dan zeker de negatieve ruimte die bij groothoeklenzen komt kijken.
Aan de andere kant willen veel fotografen het frame meestal vullen met hun onderwerp. Groothoeklenzen kunnen dat, maar dat is niet altijd even makkelijk. Om grote gebieden leegte te vermijden, moet je dichterbij je onderwerp komen of zelfs inzoomen.
Leg het hele beeld vast
Als er een regenboog voor je te zien is, en je het hele beeld op je foto wilt, is een groothoek precies het gereedschap voor die klus. Hetzelfde geldt voor onderwerpen als de Melkweg, wolken boven je hoofd etc.
In tegenstelling tot middelgrote of telelenzen, hebben groothoeklenzen het moeilijk om het allen het beeld voor je vast te leggen. Dat is prima als er niets vervelend is om te worden vastgelegd (je schaduw, telefoonpalen, enz.) Groothoeklenzen zorgen voor veel afleiding als je niet oppast, puur omdat ze veel beeld toevoegen.
Vervorming door groothoeklenzen
Hoe dichter je bij je onderwerp komt, hoe meer overdreven de verhoudingen verschijnen. Vervorming van het perspectief wordt veroorzaakt door je positie, niet door de lens. Maar het probleem met brede hoeken is dat je heel dicht bij je onderwerp moet komen om het frame te vullen. Door deze reden heb je kans op vervormde foto’s.
Je zou dit vervormingseffect leuk kunnen vinden, maar voor veel fotografen is het niet het doel. Als je iets fotografeert zoals zandduinen, zal deze perspectiefvervorming waarschijnlijk niet onnatuurlijk lijken, omdat je onderwerp al enigszins abstract is. Het is vaak zelfs een mooi effect, omdat het een interessante voorgrond benadrukt. Voor de gezichten van mensen en voor natuurlijke elementen zoals bomen, kan het een grote zorg zijn. Vreemde verhoudingen vallen op voor een kijker en kunnen de rest van je foto verpesten.