Gebruik de schaduw in je foto

De meeste fotografen beginnen hun fotografie met daglicht. Of dat nu binnen of buiten is, als er maar voldoende van is om je foto goed te belichten en een licht, luchtig beeld te maken. Maar hoe fijn is het als je ook met minder licht uit de voeten kunt?

Schaduw geeft vorm

Het is belangrijk om licht te leren ‘lezen’. Door te kijken hoe de schaduwen vallen, welk deel van de ruimte verlicht wordt en hoe je dit kunt gebruiken om er een foto van te maken, ben je niet meer afhankelijk van alleen zonnige dagen. Door juist gebruik te maken van ‘donker’ en schaduw krijg je een heel ander soort foto’s, stemmiger en met een meer duistere sfeer. Dat hoeft echter niet perse somber te zijn. Met donkere schaduw kun je het licht juist vormen, en de sfeer neerzetten die past bij dat licht. Op jouw manier.

Apparatuur

Wanneer je bij minder licht gaat werken, is het handig om van tevoren goed over je apparatuur na te denken. Natuurlijk zou je kunnen kiezen voor een flitser, om daarmee zelf meer licht te creëren. Maar, omdat we in dit geval juist schaduwen willen gebruiken om sfeer en diepte aan de foto’s te geven, doen we dat juist niet. Zorg voor een lichtgevoelig objectief. Dat wil zeggen een objectief met een grote maximale diafragma opening, bijvoorbeeld f/1.8. Zorg dat je je belichtingsmeter goed gebruikt. Zet deze bij voorkeur op spotmeting en richt op de lichtste delen van de foto. Je kunt eventueel een kleine belichtingscompensatie toepassen en iets ‘overbelichten’, zodat je meer details in de schaduwen krijgt. In sommige gevallen zal de ISO flink omhoog moeten, en wellicht zal dat wat ruis opleveren. Je kunt dit later verminderen in de nabewerking, maar het kan ook karakter geven en juist sfeer toevoegen aan je foto. Dus wees niet te bang om de ISO op te schroeven.

Hoe ga je om met het beschikbare licht en schaduw

Het is belangrijk om te begrijpen hoe je het beschikbare licht kunt gebruiken en wat het effect ervan is op je foto. Heb je bijvoorbeeld een klein raam? Let op de richting van het licht en op de hardheid. Hard licht geeft sterke lijnen en harde schaduwen, zacht licht maakt de randen en lijnen wat zachter. Hiermee krijg je een wat dromeriger effect. Door het onderwerp dicht bij de lichtbron (bijvoorbeeld het raam) te plaatsen, wordt het licht harder. Hoe verder het onderwerp van de lichtbron af staat, hoe minder licht erop valt en hoe zachter het wordt.  Verdubbel je de afstand, dan wordt het licht met driekwart verminderd; neem dus kleine stapjes.

Schaduw is dus in werkelijkheid een hele fijne tool voor fotografen. Probeer niet op zoek te gaan naar de luchtige, lichte foto’s die je op een zonnige dag buiten maakt, maar kies een passende sfeer. De diepte die het donker geeft en de vorm van het licht kunnen je prachtige foto’s opleveren.

• Lees ook: Ruisreductie in Photoshop
• Lees ook: Schaduwen in jouw voordeel laten werken!