Deel 1: Begrijp de blending-modi
In Photoshop kun je veel corrigeren zoals de belichting, het contrast en de uitsnede. Daarbij is de blending-modus een handige uitkomst. Hiermee kun je lagen samenvoegen, zonder dit één laag te maken. Daardoor kun je beide lagen individueel aanpassen, maar zie je het uiteindelijke resultaat van de samensmelting.
Wanneer je bij het lagen venster op ‘Normaal’ klikt, verschijnt een lijst met opties, opgedeeld in diverse groepen. De eerst twee begrippen die je treft zijn ‘Normal’ en ‘Dissolve’. Normal staat voor de originele laag, zonder samenvoeging. Dissolve betreft de zichtbaarheid van de geselecteerde laag.
Vervolgens zie je de onderstaande begrippen.
- Darken
- Multiply
- Color Burn
- Linear Burn
- Darker Color
Dit gedeelte betreft donkere tinten op de foto. Bij darken wordt honderd procent wit als basispunt genomen voor het samenvoegen. Hierdoor worden donkere kleuren en belichtingen benadrukt. De optie darken is milder dan bijvoorbeeld multiply. Om de verschillen in kaart te brengen zijn de diverse blending-modi toegepast op dezelfde foto. Alle keren is een zichtbaarheid van 33 procent gebruikt.