Schrijven met licht
Wat heb je nodig?
- Een camera waarop je de instellingen handmatig kunt doen
- Een statief (of iets om je camera op te zetten)
- Een lichtbron
De lichtbron
Dat kan van alles zijn. Een zaklamp werkt prima, maar ook een fietslichtje of de zaklamp functie van je mobiel doen het. Met sterretjes of gekleurd licht krijg je natuurlijk een nog leuker effect.
Camera instellen
De instellingen hangen af van waar je gaat staan. Je doet dit natuurlijk in het donker, maar dat wil niet zeggen dat er helemaal geen licht valt. Misschien zijn er huizen in de buurt, of lantaarnpalen. Je moet dus een paar testfoto’s maken om te kijken wat werkt, maar vaak kom je redelijk uit rond: ISO 100, Diafragma circa F8.0 en sluitertijd ongeveer 15 seconden. Je sluitertijd moet lang zijn om je de gelegenheid te geven de beweging (het woord) te maken. Daarom staat je camera ook op een statief. Je foto mag verder best lekker donker zijn, zodat het licht er straks uitspringt.
Stel nu scherp op de persoon die gaat schrijven (of vraag iemand op die plek te gaan staan) en vergrendel de focus door deze op manual te zetten.
Tekenen maar!
Nu kun je aan de slag! Maak je zelf je woord of tekening? Zet je camera dan op de timer, zodat je de tijd hebt om klaar te gaan staan met het lampje of vuurtje aan. Maar let op! Ga je schrijven? Denk er dan aan dat je foto in spiegelbeeld gemaakt wordt. Achteruit schrijven dus, of je foto later spiegelen in de nabewerking.
Wil je zelf in beeld?
Wil je jezelf, of de persoon die tekent wel goed in beeld hebben? Dan kun je je flitser gebruiken. In de camera kun je instellen of je de flitsop het ‘eerste of tweede gordijn’. Dat betekent dat hij flitst aan het begin (eerste) van de 15 seconde sluitertijd of aan het einde (tweede). Vaak is aan het begin handiger, anders moet je meetellen en denken aan poseren. De rest van je instellingen blijven hetzelfde.