Review: Nikon Z 9
Bij de introductie hebben we de Nikon Z 9 maar kort kunnen testen. Toen beloofden we al dat we uitgebreid op de camera terug zouden komen. Dat doen we nu: zesduizend kilometer, zevenduizend foto’s en acht landen, niets ging ons te ver om deze camera in een supertest aan de tand te voelen.
Als je een camera test, kun je natuurlijk wat kattenfoto’s maken en een paar persberichten kopiëren en dan ben je in twee of drie uurtjes klaar. Maar leuk is dat niet, noch voor de lezer noch voor de tester. Afgezien daarvan: de Nikon Z 9 is een bijzondere camera en die verdient het dus om op een bijzondere manier getest te worden. Natuurlijk kun je er geweldige kattenfoto’s mee maken, al was het maar omdat de Z 9 zelf je huisdier herkent en de scherpstelling daarop aanpast. Hij kan zelfs de sluiter laten miauwen, zodat de kat naar de camera kijkt. Maar de Z 9 is geen kattencamera. De Z 9 is een professioneel gereedschap voor fotojournalisten, sportfotografen en voor iedereen die een topcamera zoekt. Het fascinerende van de Z 9 is ook dat hij, anders dan bijvoorbeeld de D6, een topcamera is die voor alle toepassingen het perfecte gereedschap is. Hij is dus net zo geschikt voor een modefotograaf en een architectuurfotograaf als voor een sportfotograaf en uiteraard helemaal voor wie allerlei soorten foto’s moet of wil maken. Tevens kunnen videografen goed uit de voeten met dit model, gezien de zeer uitgebreide opties voor film.
De voorgangers van de Z 9 waren speciale camera’s voor fotojournalisten, met een sensor die voor die toepassing ontwikkeld was. Dat betekende: geoptimaliseerd voor hoge ISO-instellingen en met relatief weinig megapixels, zodat bij serieopnamen de buffer niet te snel vol zou lopen. Maar dat ging ten koste van de dynamiek bij lage ISO-waarden en van de resolutie.
Ik heb jaren geleden al geconcludeerd dat als je de grote bestanden van camera’s met veel megapixels verkleint, de ruis dan vergelijkbaar is met die van camera’s met minder megapixels. Wanneer de camera maar snel genoeg is om de grotere bestanden weg te schrijven, is een sensor met 45 megapixels dus ideaal: én grote scherpte en dynamiek en ook zeer goede prestaties bij weinig licht.
Dat blijkt dan ook uit de test bij introductie, die ik voor deze keer nog eens herhaald heb: de dynamiek bij 64 ISO is veel beter dan die van de Z 6II met 24 megapixels – net zo goed als die van de Z 7II – maar bij hoge ISO-waarden zijn de Z 9 en de Z 6II vergelijkbaar. Het enige nadeel zit hem in de prijs, maar dat speelt voor een camera als de Z 9 veel minder een rol. Sterker nog: doordat de sensor zo universeel is, wordt de camera interessant voor een veel grotere groep kopers en dat maakt de camera juist weer goedkoper. In vergelijking met concurrerende topmodellen is de Z 9 zelfs een koopje - al is dat dan relatief.
Scherpstellen
Belangrijker dan de sensor is de autofocus van de Z 9. Zeker in de beginjaren was de scherpstelling bij spiegelloze camera’s net zoiets als de actieradius bij elektrische auto’s dat nu nog is. Het was de Achilleshiel, het zwakke punt. De introductie van de Nikon Z-serie en de R-serie van Canon was een teken dat deze merken ervan overtuigd waren dat dit nadeel snel zou verdwijnen. In de praktijk blijken de Nikon Z 6 (II) en Z 7 (II) iets minder goed in tracking dan de D850 of de D6, maar dat compenseren ze dan weer door de enorme eenvoud en precisie waarmee ze feilloos scherpstellen in vrijwel alle andere situaties.
De Z 9 is een camera waarvan Nikon aangeeft dat hij ook qua tracking beter is dan de D850 en zelfs de D6. Maar het testen van de autofocus van spiegelloze camera’s is erg ingewikkeld, omdat die voor een belangrijk deel bepaald wordt door software die via machine learning tot stand gekomen is. Dat houdt in dat het autofocussysteem het in sommige situaties veel beter werkt dan in andere. Goed, dat was ook al zo bij DSLR’s, maar waar je bij een test achter wil komen, is of het er meer of juist minder zijn. Met het maken van een paar foto’s van huisdieren of passerende fietsers kom je daar niet achter.
Hoe dan wel? Welnu, door gedurende meerdere dagen heel verschillende foto’s te maken, geconcentreerd op de onderwerpen die de hoogste eisen aan de camera stellen. Dat zijn enerzijds reportagefoto’s, waarbij de scherpstelling steeds mensen moet volgen, gebruikmakend van oogherkenning. Om het de camera extra moeilijk te maken, koos ik voor foto’s tijdens het carnaval in Venetië. Daarbij heeft de camera te kampen met ogen die door een masker in de schaduw liggen en vaak zelfs voor het gewone oog niet eens zichtbaar zijn. De andere zeer moeilijke opgave voor de camera is vogelfotografie. Vogels bewegen zeer snel en vaak grillig en bij eerdere tests heb ik al gezien dat dat een veel moeilijkere opgave is voor het autofocussysteem dan raceauto’s of voetbalspelers. Om het de camera weer moeilijker te maken, is gekozen voor vrij lichtzwakke objectieven die dan ook nog een met converters gecombineerd zijn. Daarmee zit je al op (f/8) en deels boven (f/11) de grens van de mogelijkheden van reflexcamera’s.
De apparatuur
Uiteraard heb je voor de fotografische opgaven de juiste objectieven nodig. Voor Venetië stelde Nikon de Nikkor Z 70-200 mm f/2.8 S ter beschikking. Verder zat in mijn eigen rugzak nog een AF-S Nikkor 35mm f/1.4G en een 58 en 85mm f/1.4G, een AF-S Nikkor 14-24mm f/2.8G en een Nikkor 24mm f/3.5 PC-E. Voor de vogels was er in de eerste plaats een AF-S Nikkor 500mm f/5.6 PF, die Nikon ons leende voor een test. Weer uit mijn eigen uitrusting een AF-S Nikkor 80-400mm f/4.5-5.6, en twee converters: TC-E14 II en TC-E20 III. Verder dan nog een 128 GB PCexpress-kaart en een 64 GB XQD-kaart en een statief met schommelkop.
Gemaskerden in Venetië
Wie wel eens in Venetië is geweest, weet dat het daar het hele jaar vergeven is van de toeristen. Dat maakt het fotograferen er niet gemakkelijker op. Dit jaar was dat anders. Covid, en mogelijk ook de dreigende inval in Oekraïne, zorgden ervoor dat het er uiterst rustig was. Gelukkig waren er wel gemaskerden – mensen met de typische maskers en bijbehorende prachtige kostuums voor het carnaval. Ik was er precies tien jaar geleden ook, toen in het kader van een test van de AF-S Nikkor 35mm f/1.4G met een Nikon D3s. Met dat objectief besloot ik te beginnen. Nauwelijks buiten het hotel zag ik meteen twee gemaskerden. Ik liep een paar meter terug om een positie te kiezen waardoor zij net door de zon verlicht zouden worden en de achtergrond nog in de schaduw gehuld zou zijn. Ik had Breedveld-Af groot met automatische onderwerpherkenning ingesteld. Dat laatste om te zien hoe goed die zou werken en Breedveld-AF, omdat dan het gebied waarin de camera zou beginnen met scherpstellen kleiner is en al vastligt. In de zoeker kon ik het door kleine gele volgende vierkantje zien dat de oogherkenning goed werkte, nog vóór ik afdrukte, dat was heel handig. Verder lopend naar het San Marcoplein maakte ik nog een hele reeks foto’s en de camera stelde voor mij scherp zonder dat ik er iets aan hoefde te doen: snel, zeer exact en simpel.
Duivelin
Het ging allemaal goed tot de Z 9 een duivelin tegenkwam. Zowel 3D-automatisch veld AF als Breedveld-AF schrokken zo van haar dat de camera weigerde goed scherp te stellen. Toen ik later de foto bekeek, zag ik dat haar masker een heel patroon rond haar ogen vormde. Daardoor waren haar ogen, en mogelijk zelfs haar gezicht, op een afstand niet als zodanig herkenbaar. Bij een portret lukte de camera wel, maar in combinatie met de 35mm was het net veel van het goede. De oplossing was in dit geval terug te keren naar de moeder van alle AF-instellingen, enkelveld-AF. Niettemin: even stond ik te stuntelen onder de strenge toeziende blik van deze duivelin. Omdat ik sowieso al voor haar knielde omdat ik een lager standpunt gekozen had, leek het wel een scène uit een tamelijk bizarre film.
Nabewerking in NX Studio
Overigens was de foto van de duivelin ook een helse opgave voor Adobe Camera RAW. Wat ik ook probeerde, het zwart werd niet juist weergegeven, deels bruinig en te licht, deels net als de achtergrond te donker en zelfs de toepassing van maskers bracht daar niet echt verbetering in. Tot mijn verbazing deed Nikon's eigen NX Studio het met de gewone instellingen van de camera (Picture Control standaard) meteen helemaal goed. De reden waarom ik dat programma gebruikte was overigens een andere. De AF-S 35mm f/1.4G heeft zoals bijna alle lichtsterke objectieven last van longitudinale chromatische aberratie. Normaal is dat nauwelijks zichtbaar maar bij lichte details op een zwarte achtergrond kan het heel storend zijn. Alle glaspareltje op het zwarte kostuum van de duivelin hadden dus een magenta gloed en daarmee haar hele kostuum. Na het aanklikken van de automatische longitudinale CA-correctie in NX Studio verdween die als bij toverslag. Maar de ontmoeting met de duivelin was welgeteld de enige keer bij al die duizenden foto’s dat de camera mijn interventie nodig had.
Kortom: als reportagecamera voldoet de Z 9 ver boven verwachting, beter dan een camera als de D5 of D6. Dat geldt voor alle aspecten. Het zoekerbeeld is minstens zo scherp als dat van een reflexcamera en dankzij de aparte beeldverwerking zonder black-out en vertragingsvrij. De beelden die je in de zoeker ziet, zijn die van dat moment. De body heeft in ieder geval voor mijn handen precies de juiste combinatie van omvang en gewicht en de grote batterij laat het toe minimaal een hele dag intensief te fotograferen.
Vogels in Kerkini
Ik kwam veel te laat in Kerkini aan. Er stond een lange file op de grens van Bulgarije naar Griekenland, omdat niemand wist dat je daar ellenlange formulieren moest invullen. Enfin, daardoor had ik nog maar twee uurtjes met een waterig zonnetje. Ik vond wel snel een plaats waar wel heel veel vogels rondvlogen. Helaas waren het geen extreem bijzondere exemplaren, voornamelijk meeuwen en drijfsijzen, zoals ze dat in Amsterdam noemen. Ik had geen mogelijkheid om hele mooie foto’s te maken, maar wel om de scherpstelling en tracking te testen. Alweer bleek het kleine vierkantje dat aangeeft dat het onderwerp herkend wordt bijzonder handig, net als het groen worden van het AF-kader. Toch kreeg ik ook op momenten dat de camera niet aangaf dat de scherpstelling gelukt was, scherpe beelden. Beter zo dan omgekeerd, natuurlijk. Ik ging er al snel toe over om de ontspanknop half in te drukken en zo de camera de vogels al scherpstellend te laten volgen en pas later de knop helemaal in te drukken. Zo schoot ik in twee uurtjes de hele 128 GB-kaart vol. Gelukkig had ik nog een tweede kaart in de andere sleuf.
De dag daarna regende het, maar weer een dag later waren er een paar uurtjes wisselend bewolkt. Ik ging op zoek naar de zeldzame Dalmatische pelikaan, want dit was de dag voor de deadline van de Z 9-test, en ik had die vogel een prominente plaats in het artikel toebedacht. Helaas, pelikanen waren in geen velden of wegen te bekennen en donkere wolken begonnen zich al te verzamelen. Met de camera op schoot reed ik langzaam verder, tegen beter weten in. Ineens zag ik een witte reiger in een veld staan. Geen pelikaan, maar vlak voor de deadline kun je niet meer te kieskeurig zijn. Ik stapte uit de auto met de 500mm plus 1.4x-converter en liep voorzichtig naar de reiger toe. Kennelijk niet voorzichtig genoeg, want die vloog ineens op. Hij steeg op een heel vreemde manier bijna verticaal, vloog naar rechts en draaide toen. Dat leverde een hele reeks van foto’s op die nog het meest weg hebben van een reigerballet. Ik bleef de ontspanknop indrukken terwijl de ene fascinerende houding en vleugelpositie op de andere volgde. Zelfs toen de reiger al vrij ver verwijderd was bleef ik de ontspanknop indrukken, nu omdat ik wilde weten hoeveel opnamen de camera zou blijven maken. Uiteindelijk vertraagde de camera ook na 400 opnamen met 20 bps niet. (RAW met compressie met heel gering verlies (sterretje) met de goedkoopste Lexar CFexpess, 1000 MB/s). Maar de lucht was grijs en het contrast was erg laag en dat bij hoge ISO-instellingen. ’s avonds zou ik besluiten van de slappe kleuren een voordeel te maken en de foto’s om te zetten in zwartwit met een krachtige curve. De daardoor flink geaccentueerde ruis liet ik gewoon zo. Bij zwartwit kan dat vaak wel, de foto’s krijgen dan een fraai analoog gevoel.
Op de terugweg ontdekte ik ook de pelikanen. Het licht was nu nog minder en ze waren vrij ver weg, maar ik moest het toch proberen. Ik koos de 2x converter met de 500mm: 1000mm f/11! Tot mijn verbazing stelde deze combinatie uitstekend scherp, ook op vliegende vogels. Geen enkele camera die ik getest heb, slaagde daar tot nu toe bij f/11, laat staan bij weinig licht. Ik had dan geen mooie pelikaanfoto gemaakt, ik had wel het bewijs dat het AF-systeem van de Z 9 beter was dan dat van alle andere camera’s.
Terug naar Venetië
Op zoek naar een conclusie voor de test ging ik in gedachten terug naar Venetië. Na gedurende een dag meer dan duizend foto’s gemaakt te hebben van gemaskerden, kwam ik terecht op een pleintje waar normaal veel toeristen rondlopen. Daar zag ik nu een man en een vrouw die kinderen lieten touwtjespringen. Het sluitergeluid stond al op heel zacht (de Z 9 met zijn elektronische sluiter geeft desgewenst via de luidspreker een kunstmatig sluitergeluid weer) en ik koos serieopnamen met twintig beelden per seconden. Ik liep dichterbij en maakt niet onopgemerkt maar wel zonder storende sluitergeluiden een hele serie foto’s. In de zoeker zag ik al dat de camera het decisive moment had gevangen – moeilijk is dat niet bij twintig beelden per seconde. Dat was een heel opzienbarende ervaring: ineens besefte ik dat de Z 9 een ideale reportagecamera is: stiller dan de oude Leica van Henri Cartier-Bresson met zijn sluiter van rubberdoek en veel sneller. Belangrijker nog: in plaats van het verschrikkelijke zone-focusing – handmatig instellen op een vaste afstand en hopen dat je onderwerp met meer geluk dan wijsheid scherp wordt – kon ik vertrouwen op een scherpstelsysteem dat het altijd en overal goed zou doen zonder dat ik er veel aandacht aan zou hoeven te besteden. Met de Z 9 wordt iedereen Henri Cartier-Bresson – nu ja, bijna. Maar je wordt bijvoorbeeld ook een geweldige natuur- en sportfotograaf, tenminste als je een goed beeld herkent, want dat is het enige wat de Z 9 nog niet voor je doet.
Conclusie
De Z 9 is een camera die in vrijwel alles beter is dan andere camera’s. Het is ook de camera die bewijst dat een spiegelloze camera veel beter kan zijn dan een reflexcamera. Wat we echter bij de introductie en eerste test niet verwacht hadden, is de vraag naar de camera. Achteraf misschien ook niet zo verwonderlijk: het is niet alleen voor pro’s de beste camera die je kunt kopen, maar ook voor serieuze amateurs. In vergelijking met de voorganger en andere professionele topcamera’s is de Z 9 voordelig, maar in absolute zin moet je er natuurlijk toch nog een flink bedrag voor neertellen. Is de camera dat waard? Ja, helemaal. Hoe gek het ook klinkt, de camera biedt enorm veel waar voor het geld, waar vind je een camera die niet alleen alles kan maar ook nog eens alles beter?
Prijs € 5.999,-
Info nikon.nl
Beoordeling
- Beeldkwaliteit 9,5
- Bediening 9
- Behuizing 9,5
- Snelheid 9,5
- Prijs/kwaliteit 9