De verschillende standen waarin je kunt fotograferen

Automatisch

Er zijn een aantal presets die helemaal automatisch zijn. Natuurlijk is er volledig automatisch, Auto. De voorgeprogrammeerde standen worden met een icoontje aangegeven en zijn ‘Portret’, ‘Landschap’, ‘Macro’ en ‘Sport’, deze zijn gericht op de onderwerpen waar ze voor staan. Zo zal de portretstand een grotere diafragmaopening hebben dan de landschap stand, want bij portretten wil je liever een kleinere scherptediepte. Ook zal de sluitertijd bij sport heel kort zijn om beweging vast te kunnen leggen. De automatische stand (A) houdt hier geen rekening mee. Maar ze zijn nog steeds volledig automatisch, wat betekent dat je er zelf geen invloed op kunt uitoefenen. Met de volgende standen heb je zelf meer in de hand.

De standen wijken iets af van naam, afhankelijk van welk merk je camera is. Canon noemt de diafragma stand, ofwel aperture mode, Av, terwijl Nikon deze A noemt.

Diafragma stand  (A of AV)

Deze stand geeft je de keuze om je diafragmaopening handmatig in te stellen, net als de ISO waarde, al kun je deze ook automatisch laten kiezen. De sluitertijd kiest je camera zelf, passend bij het licht dat hij meet en bij de instellingen qua diafragma en ISO die jij hebt ingesteld. Met deze instelling kun je bijvoorbeeld kiezen voor foto’s met een kleine scherptediepte. Dan stel je je diafragma op een laag nummer (en een grote opening) in. Of andersom, juist een grote scherptediepte, dus een hoog f/getal.

Sluitertijd stand (S of TV)

De sluitertijd stand is eigenlijk precies het tegenovergestelde van de diafragma stand. Je kunt hier namelijk alles handmatig instellen behalve het diafragma. De focus ligt dus echt op de sluitertijd. Handig wanneer je foto’s maakt van beweging die je wel of juist niet op de foto terug wilt zien. Je kiest dan een minimale sluitertijd waarbij je weet dat je bewogen onderwerp toch bevroren wordt in je beeld.Ook als het donker is en je zeker wilt zijn van foto’s zonder bewegingsonscherpte. Of juist andersom, als je lichtsporen wil creëren, dan kan dat ook met deze stand. Het is dus vooral een interessante keuze om bewegende voorwerpen te fotograferen, of te fotograferen in het donker.

Program (P)

Dit is eigenlijk een automatische stand, die je zelf nog naar eigen smaak kunt bijstellen Je camera kiest zelf het diafragma en de sluitertijd, maar je kunt deze aanpassen door aan het wieltje te draaien. Draai je de ene kant op dan vertraagt hij de sluitertijd en sluit hij het diafragma (meer scherptediepte). Draai je de andere kant op dan verkort de sluitertijd en opent het diafragma (minder scherptediepte). De camera probeert er in eerste instantie voor te zorgen dat je een voldoende snelle sluitertijd hebt om bewogen foto's te voorkomen. Is er voldoende licht voor een onbewogen foto dan wordt het diafragma wat verder gesloten zodat er meer scherptediepte in je foto zal komen.

Manual (M)

Dit is de volledige handmatige stand, waarin je alles zelf instelt. De camera geeft met de meters wel aan of je foto goed belicht is, maar op welke manier je dit bijstelt is aan jou. Dat betekent dat je goed op moet letten, want soms kun je door net op een ander punt te focussen ineens heel ander licht hebben, en dus snel je instellingen moeten bijstellen. Of wanneer er een wolk voor de zon komt, verandert je licht rap. Deze stand is handig met tegenlicht, of in de sneeuw. Het gemiddelde waar je camera normaal vanuit gaat in de andere standen, zou dat gebleekt of juist grauw maken. Nu kun je de camera dus als het ware onder- of overbelichten, om een mooie foto te krijgen.

Er zijn verschillende scenario's waarin verschillende standen goed werken. Wat voor de een fijn werkt, hoeft voor de ander niet prettig te zijn. Experimenteer daarom met de verschillende standen, tot je weet hoe ze werken en welke voor jou het prettigst is.