Lichtmeting in de camera
Dat maakt het leven een stuk makkelijker. Mits je de ingebouwde lichtmeting natuurlijk op de beste manier weet te gebruiken, want er zijn verschillende manieren om deze in te stellen.
Meetmethoden van lichtmeting
Er zijn drie methoden die je op de meeste camera’s in kunt stellen om de lichtmeting te doen:
Lichtmeting methode 1: Matrixmeting
Ook wel meerveldsmeting genoemd. Bij deze instelling van de lichtmeter meet deze de helderheid in verschillende zones over het hele kader en worden de resultaten berekend. In theorie zou de camera ook verschillende lichtsituaties moeten herkennen. De meeste camera’s staan standaard ingesteld op deze meting, en deze is dan ook in de meeste (gemiddelde) gevallen uitstekend bruikbaar.
Lichtmeting methode 2:Gemiddelde meting
Bij deze instelling wordt er meer nadruk op het midden van het beeld gelegd: het midden telt meer mee in de berekening van de juiste belichting. Dit werkt goed bij hoge contrasten. Bijvoorbeeld een lichte bloem tegen een schaduwrijke achtergrond werkt op deze manier goed.
Lichtmeting methode 3: Spotmeting
Hier wordt de helderheid op een klein punt gemeten, meestal in het midden van het beeld. Door van deze methode gebruik te maken kun je heel nauwkeurig een specifiek gebied meten. Alles buiten de meetcirkel wordt niet meegenomen in de lichtberekening. Bij sommige camera’s valt het samen met het actieve focuspunt, maar bij anderen is het altijd het midden. Hierbij heb je de meeste controle want je kunt het punt instellen op een plek waar de helderheid ongeveer middengrijs (18%) is. Deze manier van lichtmeting is zeer geschikt bij foto’s met een duidelijk onderwerp, waarin veel verschil is tussen de belichting van het onderwerp en die van de omgeving.
Andere lichtmeting
Niet alle camera’s beschikken over dezelfde meetmethoden of soms heten ze anders. Mocht je camera bijvoorbeeld niet beschikken over spotmeting (sommige instapmodellen hebben dit niet) dan kun je spotmeting nabootsen door met je camera heel dicht op het te meten onderwerp te gaan staan. Om zeker te weten welke instellingen jouw camera heeft voor lichtmeting kun je de handleiding erop naslaan.
Belichtingscompensatie
Lukt het niet om de lichtmeting, en dus je belichtingsinstellingen handmatig goed te krijgen en merk je dat nog steeds enige overbelichting zichtbaar is, dan kun je de belichtingscompensatie knop gebruiken, herkenbaar aan een +/- EV knop. Bij de belichtingscompensatie heb je diverse cijfers waar je uit kunt kiezen. Hierbij is er onderscheid tussen plus en min getallen. De min getallen gebruik je in donkere situaties en de plus getallen leveren een donkerdere belichting op in situaties met veel licht.