Fotograferen op het strand

Hoe doe je dat? Want je hebt op het strand meestal te maken met hard licht op een onbewolkte dag, zand en mensen die in  beeld staan/liggen. Geen zorgen, we geven tips, zodat je niet alleen met een bruine teint maar ook met mooie foto’s terugkomt van het strand.

Strand? Wees voorzichtig met zand

Zand is niet goed voor je camera, en dat is heel mild uitgedrukt. Wanneer er zand tussen de bewegende delen gaat zitten, zoals je zoomring, is dat enorm moeilijk te verwijderen. Het veroorzaakt een knarsend geluid, en uiteraard ook beschadigingen. Leg je camera niet in het zand en zorg ervoor dat je cameratas steeds gesloten is, zodat daar geen zand in kruipt. Doe er eventueel een extra plastic zak omheen. Pas natuurlijk ook op met water. Maak je spullen bij thuiskomst meteen schoon.

Pas op voor hard licht

Als je naar het strand gaat om verkoeling te zoeken, zal dat in de meeste gevallen op een heldere, onbewolkte dag zijn. Niet ideaal voor fotografie! Het mooiste licht heb je aan het begin van de dag en aan het einde; net na zonsopgang en net voor zonsondergang. Het licht is dan mooi van kleur en niet te hard. Op een licht bewolkte dag kun je overdag ook prima uit de voeten. Wees je bewust van de stand van de zon en de invloed hiervan op het licht. Op een plek waar letterlijk een horizon in beeld te zien kan zijn, als het strand, maakt de stand van de zon ook nog eens uit omdat deze letterlijk in je compositie kan worden opgenomen. Zeker als deze dus laag staat. Ga bij hard licht voor details en zoek bijvoorbeeld naar patronen, en zorg voor schaduw in je foto. Zet je foto’s eventueel om naar zwart-wit, harde contrasten werken dan vaak beter.

Wat fotografeer je aan het strand?

Wat fotografeer je op het strand? Want na een keertje een foto op links, en één op rechts ben je qua landschap misschien al snel uitgekeken, al zijn er tal van mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld eens aan duinen. Maar er zijn meer mogelijkheden. Waar water is, is altijd de mogelijkheid tot het fotograferen van weerspiegelingen. De zee is vaak te ruw, al kun je op een kalme dag wellicht de spiegeling van de wolken pakken. En die van de zon, vooral wanneer deze laag aan de hemel staat. In de kleine kreekjes die ontstaan wanneer het water zich terugtrekt, kun je sowieso op zoek gaan naar reflecties. 

Ga voor patronen

Op het strand zijn veel patronen te vinden. Of dat nu in het zand zelf is, in de golfbrekers of in aangespoeld wier aan de vloedlijn; het is overal. Loop eerst even rond op het strand, zowel langs de waterkant als dichter bij de duinen. Richt je niet alleen op het landschap in zijn totaliteit, maar laat de details niet aan je aandacht ontsnappen. Krabben, schelpen en deels weggeslagen stukken duin kunnen je prachtige platen opleveren.

Let op de horizon

De horizon moet altijd recht zijn in je foto’s, tenzij het een hele bewuste creatieve keuze is om dat niet te doen. Je kunt deze natuurlijk corrigeren in de nabewerking, maar beter is om het meteen goed te doen. Let vervolgens goed op de positie van de horizon in de compositie van je foto. Je kunt de horizon netjes op tweederde van je compositie leggen, volgens de ‘regel van derden’. Dit geeft vaak een prettig geheel. Waar (de onderste of bovenste denkbeeldige lijn), ligt aan het onderwerp. Is het strand je onderwerp? Dan kun je de horizon beter hoger leggen en meer strand in je foto opnemen. Maar heb je toevallig een mooie wolkenpartij te pakken, dan kun je daar misschien juist beter meer van opnemen, en de horizon lager in je foto zetten. De horizon in het midden is over het algemeen vaak saai, dus speel ermee en probeer verschillende dingen uit.