De huizenmarkt trekt aan: specialiseer je in interieurfotografie
Contrast
Meestal is de grootste uitdaging in interieur contrast. Een donkere kamer met een licht raam. Daarom kun je bracketing gebruiken. Maak je foto’s op verschillende belichtingen, zodat je ze later samen kunt voegen in de nabewerking. Hiermee vergroot je het dynamisch bereik, het verschil tussen de lichtste delen en de donkerste delen van je foto. Om het interieur goed belicht te krijgen zouden, zonder bracketing, de ramen waarschijnlijk overbelicht zijn. Dat is storend voor de foto. Gebruik het histogram ter controle.
Extra licht
Als je niet van HDR houdt (de samengevoegde foto’s) omdat het een beetje te overbewerkt aandoet, kun je natuurlijk ook zorgen dat het contrast minder wordt. Omdat je aan het daglicht niet veel kunt veranderen en dichte gordijnen niet mooi is, kun je de kamer extra verlichten. Dat betekent wel dat je een hoop extra spullen moet meenemen: lampen, kabels, statieven. Bovendien moet je het een en ander weten van lichtopstellingen, Maar je hebt het zelf in de hand en ziet meteen, ter plaatse, of het resultaat naar wens is.
Statief
Bracketing of belichtingstrapjes moeten vanaf precies hetzelfde punt komen, zodat je ze later gemakkelijk kunt samenvoegen. Voor dat doel heb je een statief nodig. Maar sowieso kun je voor mooie, stabiele plaatjes het beste een statief gebruiken. Omdat je niet te maken hebt met bewegende onderwerpen is een statief altijd een goed idee.
Groothoeklens
Om zoveel mogelijk van de ruimte in een overzichtsfoto te krijgen, zul je waarschijnlijk een objectief met een lage brandpuntsafstand moeten gebruiken: een groothoeklens. Let op dat er geen voorwerpen dichtbij staan, want dan kan er een flinke vertekening ontstaan met deze lens, Positioneer jezelf in elk geval in alle hoeken van de ruimte. Zo krijg je een goed overzicht en de muren werken als fijne kijklijnen. Fotografeer ook in rechte lijnen, bijvoorbeeld in het midden van een korte kant. Zoek naar symmetrie!
Diafragma
Mede dankzij het statief, kun je een groot diafragma instellen. Waarschijnlijk ben je immers op zoek naar veel scherptediepte: je wil zoveel mogelijk van het interieur scherp hebben op de foto. Door het gebruik van een statief kun je met langere sluitertijden werken om de belichting goed te krijgen, zonder bang te hoeven zijn voor bewegingsonscherpte.
Houdt het recht
Omdat je waarschijnlijk geen of weinig horizontale lijnen op de foto zult zien, moet je ervoor zorgen dat de verticalen goed recht zijn. Scheve foto’s zijn slordig. Wellicht moet je in de nabewerking nog een lenscorrectie toepassen, omdat sommige lenzen wat vertekening veroorzaken. Dat gebeurt zelfs bij dure lenzen en kun je gemakkelijk oplossen.
Geen troep
Bij foto’s voor interieurbladen zijn meestal stylisten aanwezig. Die zullen ervoor zorgen dat er geen rondslingerende rommel te zien is, of bijvoorbeeld kabels. Als je alleen bent kan dit lastig zijn, want waar mensen wonen is het normaal dat er dit soort afleidende elementen in het interieur te vinden zijn. Loop even rond voor je begint en kijk wat je gemakkelijk weg kunt werken door het te verstoppen of tijdelijk weg te halen. Een ‘clean’ interieur werkt beter op de foto, rommel leidt erg af. Eerst even opruimen dus!