Hoe maak je goede waterdruppelfoto's?

Vier jaar geleden begon Bernd met fotograferen. Hiervoor gebruikte hij een Panasonic Lumix DMC-TZ6 pocket camera. Mede door de vele reacties van mensen en het plezier dat hij erin had om foto’s te maken, was er al snel een passie ontstaan voor fotografie. Hij kocht een nieuwe camera, namelijk een Nikon D5100 met twee lenzen: Tamron 18-270mm en Tamron 90mm macro. ‘Mijn passie is vanaf dat moment alleen maar gegroeid. Mijn voorkeur gaat uit naar macrofotografie. Door veel te lezen op internet en in fotobladen kreeg ik interesse in het fotograferen van waterdruppels.’

Mislukte pogingen

De eerste pogingen van Bernd verliepen niet helemaal goed. ‘Ik kwam erachter dat het op de manier zoals ik het probeerde niet lukte. Ik dacht namelijk dat het fotograferen van waterdruppels alleen maar mogelijk was met snelle sluitertijden. Hierdoor mislukte mijn foto’s, omdat ik te weinig licht had.’

Na veel experimenteren kwam hij erachter dat het gebruiken van de flitser misschien wel een goede oplossing was. ‘Ik ben de flitser van de camera gaan gebruiken. Deze gaat maximaal tot de sluitertijd 1/200seconde. Ik had nooit gedacht dat dit genoeg zou zijn. Na heel veel proberen, lukte het me al snel om de eerste geslaagde druppelfoto's te maken, met sluitertijden van zelfs 1/30 seconde!’

Smaak te pakken

Toen Bernd door had hoe hij een goede waterdruppelfoto maakte, ging hij veel uitproberen. ‘Ik wilde weten wat er allemaal mogelijk was om bijvoorbeeld meer beweging in de foto te krijgen. Ik gebruik nu een spuitje met water. Door deze op de plaats van de vallende druppel te richten, krijg je dus meer beweging in de foto. Dit is qua timing wel even oefenen en je moet ook een beetje geluk hebben.’

Huis, tuin, keuken materialen

De waterdruppelfoto’s maakt Bernd gewoon aan het aanrecht. Hiervoor gebruikt hij eenvoudige huis, tuin en keuken materialen, zoals glazen vazen, ovenschalen en bakvormen. Dit is om de druppel op te vangen. Verder gebruikt hij onder meer fel gekleurde folie en vloeistoffen voor kleureffecten. Als reflectiescherm kocht hij een aluminiumplaatje van 30 bij 30cm bij de bouwmarkt. Volgens Bernd kan het ook met een grote pannendeksel.

Voorbeeldopstelling 

Om een idee te geven hoe je een waterdruppelfoto kunt maken, vertelt Bernd over één van zijn opstellingen die hij gebruikt.

• Als eerste zet ik mijn camera, Nikon D5100, met de Tamron 90mm macrolens op een statief voor de wasbak.
• Ik gebruik een aluminiumplaatje (verkrijgbaar bij de bouwmarkt) als achtergrond, maar je kunt ook een pannendeksel gebruiken. Dit werkt beide als reflectiescherm.
• Doe water in een plastic boterhammenzakje. Dit bevestig je met een touwtje aan de knop van een keukenkastje boven bijvoorbeeld een glazen ovenschaal gevuld met water. Houd ongeveer 50cm afstand tot de schaal.
• Prik met een speld een gaatje in het zakje (pas als je alles klaar hebt staan). Zorg ervoor dat het zakje stil hangt voordat je de foto maakt, zodat de druppel op dezelfde plaats valt.
• Scherpstellen doe je met de autofocus. Houd bijvoorbeeld de punt van een mens op de plaats waar de druppels vallen. Eenmaal scherp gesteld, kan de autofocus uit.
• Kleurvariatie kun je creëren door gekleurd papier onder de schaal te leggen of door multicolor folie onder het wateroppervlak te leggen. Je kunt ook gekleurde vloeistoffen gebruiken.
• De vorm van de druppel kun je beïnvloeden door een beetje afwasmiddel in het water te doen.

Voorbeeldopstelling van Bernd, zoals hierboven uitgelegd

Camera-instellingen

De instellingen van je camera zijn voor het fotograferen van een waterdruppel niet onbelangrijk. Dit zijn de instellingen die Bernd gebruikt:

• Camera op handmatig instellen, M-stand.
• Lichtmeting = spotmeting.
• De sluitertijd varieert tussen 1/30 en 1/200 seconde. De lange sluitertijd is mogelijk, omdat de flits de druppel bevriest.
• ISO op 100.
• Diafragma tussen f/9 en f/16.
• De ingebouwde flitser van de camera kun je prima gebruiken. Stel hem handmatig in op 1/8 - 1/16 vermogen.

Volgens Bernd is het heel belangrijk dat je experimenteert met de instellingen. Iedere opstelling is weer anders, dus probeer veel uit. Hij heeft nog één laatste tip: ‘Zorg dat je een handdoek bij de hand hebt, je bent met water bezig bij je camera-apparatuur!’