Camera instellingen: 4 veelgemaakte fouten

25 januari, 2022 - 10:05

Door: Redactie digifoto Starter 3054

In het begin valt het niet mee, je camera handmatig instellen. Je hebt de drie factoren van de belichtingsdriehoek, scherpte en ondertussen moet je ook nog een leuke foto maken.

Toegegeven, er is een hoop om rekening mee te houden, en het maken van een goede foto is niet iets dat je zomaar even doet. Maar het wordt wel steeds makkelijker om je instellingen te maken. Op een gegeven moment zul je merken dat het instinctief gaat, en dat je je camera bijna blind kunt bedienen. Om je te helpen zetten we vier veelgemaakte fouten op een rij, zodat jij die niet (meer) hoeft te maken.

veelgemaakte fouten, fouten, camera instellingen, belichtingsinstellingen, focuspunt, ISO

Te langzame sluitertijd

De sluitertijd is enorm belangrijk bij het maken van een foto. Maar als je fotografeert in omstandigheden met weinig licht, zul je de sluitertijd langer moeten maken; er komt dan meer licht op de sensor. Staat de sluitertijd echter te lang, dan wordt je foto in veel gevallen onscherp, bijvoorbeeld wanneer je uit de hand fotografeert of wanneer het onderwerp dat je fotografeert beweegt. Als regel kun je aanhouden dat je sluitertijd net iets korter moet zijn dan 1/brandpuntsafstand. Fotografeer je vanuit de hand met een brandpuntsafstand van 50mm? Dan zou je dus een sluitertijd van 1/50 of korter moeten aanhouden voor een scherpe foto. Vooral bij teleobjectieven betekent dat dat je een korte sluitertijd kunt aanhouden, wat in het donker een uitdaging kan zijn.

ISO niet omhoog

Dat brengt ons bij de volgende veelgemaakte fout. Veel fotografen zijn bang voor de ISO. Bij hoge ISO kan er immers ruis in je foto ontstaan, en we houden niet van ruis. Vaak wordt aangeraden de ISO zo laag mogelijk te houden. Dat is ook zeker een goede gewoonte, bij een zonnige dag is het zonde om je ISO op 1600 te zetten. Maar bij weinig licht, en/of een korte sluitertijd kun je de ISO best omhoog zetten. Zeker nieuwere camera’s presteren steeds beter met hoge ISO. Bovendien kun je in de nabewerking je ruis nog wat verminderen. Ook moet je niet vergeten dat we vaak erg kritisch naar onze foto’s kijken, maar het merendeel van de mensen zal de ruis niet eens zien. Beter een goede foto met wat ruis, dan een foto die niet scherp is, toch?

Te licht of te donker

Wanneer je niet de juiste modus hebt gekozen voor je belichtingsmeter, kan je foto nog wel eens te licht of te donker uitpakken. De camera gaat immers uit van een gemiddelde, middengrijs, maar dat is niet altijd de bedoeling van een foto. Denk maar eens aan een sneeuwlandschap, of een foto van de sterrenhemel. Het meten van licht kan via matrixmeting, centrumgerichte meting en spotmeting. Je kunt op je camera instellen welke je wilt gebruiken. Bij matrixmeting wordt het hele kader meegenomen en een soort gemiddelde gebruikt. Ook bij centrumgerichte meting wordt het midden van je kader gemeten, met een vrij ruim gebied eromheen. Spotmeting is het meest nauwkeurig, de belichting wordt gekozen op het punt waarop je scherpstelt. Denk er dus goed over na welke je gebruikt. Als je in één van de semi-automatische standen fotografeert (sluiter- of diafragmaprioriteit), kun je kiezen voor belichtingscompensatie. Wil je een ‘donkere’ foto maken, dan vertel je de camera dat hij het niet lichter hoeft te maken (naar min). Is het heel licht, dan vertel je de camera dat hij het wat lichter mag maken (naar plus).

Niet het goede scherp

Het kan zijn dat niet het juiste gedeelte van de foto scherp is. Dat komt bijvoorbeeld omdat je niet het goede scherpstelpunt hebt ingesteld. Ook deze kun je instellen in je camera. Zorg er bij een portret (ook bij dieren) altijd voor dat de ogen scherp zijn! Wat ook veel voorkomt, is dat de scherptediepte te klein is. Vooral bij objectieven met een grote diafragma opening wordt de scherptediepte vaak erg klein. Dat je diafragma ver open kán, wil niet zeggen dat dat altijd moet. Kijk of het past bij het onderwerp, want soms is het mooier om een groter deel van je foto scherp te houden. Kijk dus wat bij het onderwerp past.

Leer van deze fouten

Natuurlijk doen we dit allemaal wel eens fout. Troost je, ook professionele fotografen vergissen zich nog weleens. Oefen en experimenteer. Fotografie is een kwestie van doen, dus aan de slag!