Bliksem op de foto

Om een mooie foto’s van de bliksem te maken, zo één waar je de bliksemschichten door de donkere lucht ziet gaan, heb je flink wat geduld nodig. En een klein beetje geluk, natuurfenomenen laten zich immers niet sturen. Met deze tips vergroot je de kans op een mooie foto van de bliksem!

Voorbereiding op je bliksem foto

Normaal gesproken weet je al dat er onweer aankomt, doordat je het weerbericht hebt gehoord. Zorg dat je een goede plek hebt uitgezocht, waar je een goed uitzicht hebt over de lucht. Een interessante voorgrond kan je foto mooier maken. Zoek een plek uit met zo min mogelijk lichtvervuiling. Hoe donkerder de lucht, hoe beter de lichtflitsen zich daartegen aftekenen. Zorg dat je zelf een zaklampje bij je hebt, om de instellingen op je camera te kunnen maken en een goede plek voor je statief uit te zoeken. Een hoofdlamp is daar ook fijn voor. Zet je lamp wel uit op het moment dat je afdrukt, om de hoeveelheid omgevingslicht te minimaliseren. 

Apparatuur

In principe kun je een foto van de bliksem maken met iedere camera waar je zelf de instellingen op kunt maken. Met een objectief met kleine brandpuntsafstand heb je een grotere kijkhoek, en dus meer kans dat er een bliksemschicht door het kader heen gaat. 

Instellingen voor bliksem

Natuurlijk werken foto’s van bliksem het beste in het donker. Dan steken de lichtflitsen immers het beste af tegen de achtergrond. Dat kan overigens ook het ‘donker’ van een hele donkere lucht zijn, zelden is het immers zonnig als het onweert. De werkwijze is ongeveer hetzelfde als bij lange belichting fotografie. Je zet de sluitertijd heel lang, of zet de camera op Bulb modus. Door de sluiter bijvoorbeeld gedurende zestig seconden open te zetten, worden alle bliksemflitsen die binnen dat tijdsbestek plaatsvinden vastgelegd. Met bulb bepaal je handmatig hoe lang de sluitertijd is; je houdt je vinger op de sluiter totdat je foto ‘klaar’ is en gedurende die tijd staat de sluiter open. Hiermee kun je een langere sluitertijd dan 30 seconden bewerkstelligen, wat het maximum is voor veel camera’s. De ISO zet je laag om ruis te voorkomen en het diafragma hou je klein, ofwel een hoog f/getal. Bijvoorbeeld f/16. Hierdoor raakt je foto niet overbelicht door die lange sluitertijd.

In RAW

Omdat je de omstandigheden niet onder controle hebt, is het geen slecht idee om in RAW te fotograferen. Hiermee kun je in de nabewerking nog alle kanten uit, zonder aan kwaliteit in te leveren. Je kunt bijvoorbeeld de witbalans aanpassen en eventueel ruis verwijderen, of de belichting verder aanpassen. 

Wees voorzichtig

Onweer is prachtig, maar wees natuurlijk niet ongevaarlijk. Wees dus verstandig en ga niet op een open vlakte staan of onder een hele hoge boom. In Nederland slaat de bliksem gemiddeld 100.000 keer per jaar in. Dat leidt tot ongeveer twee doden per jaar. Wees dus voorzichtig; als de donder binnen 10 seconden van de bliksem volgt, kun je misschien beter het fotograferen staken en veilig naar binnen gaan.