Bewegingsonscherpte corrigeren in Photoshop

Redactie digifoto Starter 4988

Bewegingsonscherpte ontstaat wanneer je een foto hebt genomen waarbij de sluitertijd niet kort genoeg was. In de tijd dat de sluiter open stond, heeft er een beweging plaatsgevonden in het onderwerp of in de camera zelf.

Het uitgangspunt moet altijd zijn dat je foto’s scherp zijn. In principe kun je een onscherpe foto als mislukt beschouwen. Maar, soms heb je een foto die bijzonder is voor jezelf, en die je graag wil bewaren. Maar, helaas is er bewegingsonscherpte in geslopen.

bewegingsonscherpte, photoshop

In Photoshop kun je de bewegingsonscherpte aanpakken, in drie stappen.

1. Richting van bewegingsonscherpte bepalen

Als je een foto hebt die onscherp is aan de randen en je wilt dit aanpakken, is het belangrijk om sterk in te zoomen. Zo kun je beter zien wat de situatie precies is.

Om de richting te bepalen klik je met je rechtermuisknop op het pipet, en selecteer het liniaal gereedschap. Sterk ingezoomd kun je aan de rand van je onderwerp zien welke richting de beweging opging. Klik ergens in de foto en trek met de liniaal een lijn, totdat deze parallel loopt aan de richting van de beweging. Bovenin het scherm kun je nu de hoek aflezen: noteer deze.

2. Mate van bewegingsonscherpte

Gebruik dezelfde liniaal tool vervolgen om de mate van onscherpte te bepalen. Klik op de onscherpheid; vaak kun je zien waar het onderwerp was toen de sluiter open ging en de beweging die het maakte totdat de sluiter sloot. Klik aan het begin van de bewegingsonscherpte en eindig op het einde. Dit moet uiteraard ook sterk ingezoomd gebeuren, om nauwkeurig te werken. Bovenin (waar je ook de hoek vond) kun je nu het aantal pixels aflezen: de mate van bewegingsonscherpte.

3. Verscherpen

Zorg dat de achtergrondlaag geselecteerd is en maak een kopie (CTRL+J). Maak er een slim object van, zodat je de waarden later nog kunt bijstellen. Ga vervolgens naar filter > verscherpen > slim verscherpen. In het venster selecteer je bij ‘bewegingsonscherpte’, onder het kopje ‘verwijder’. Vervolgens voer je hier de eerder gemeten waarden in, hoek en radius. Met de andere waarden kun je een beetje spelen om te kijken wat je het mooist vindt. Eventueel kun je de schaduwen verzachten in het schaduwen/hooglichten gedeelte, als dit voor je foto nodig is. Houd af en toe de rest van de foto ook goed in de gaten. Waarschijnlijk richt je je vooral op de randen, maar de aanpassingen kunnen invloed hebben op andere delen. Die wellicht al scherp waren. Pas de verscherping eventueel alleen toe op de randen, door met het penseel over deze delen te gaan (selecteer wit als voorgrondkleur).

Als het goed is zijn de randen van het onderwerp nu veel scherper. Het streven van elke fotograaf blijft altijd een scherpe foto, maar zo kunnen we onze persoonlijke pareltjes toch acceptabel maken.

 

afbeelding van Redactie

Redactie digifoto Starter | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Redactie