Zelf witbalans instellen
Er zijn een aantal voorgeprogrammeerde instellingen voor witbalans. Wanneer gebruik je welke en hoe beïnvloedt dat je foto?
Witbalans
Onze hersenen stellen zelf de witbalans in. Een wit vel papier ziet er binnen wit uit, maar buiten ook. Maar binnen en buiten heb je verschillende kleuren licht. Gewoon zonlicht is bijvoorbeeld wit licht, wat eigenlijk alleen maar wil zeggen dat het alle kleuren uit het kleurenspectrum bevat. Gloeilampen zijn roder en buitenlicht is vaak blauwer, afhankelijk van het tijdstip. Onze hersenen stellen zelf het verschil bij zodat we zowel binnen als buiten het witte vel papier als wit zien.
De camera heeft geen hersenen, maar die registreert gewoon het licht dat binnenkomt. Alles wat in je foto wit hoort te zijn, moet natuurlijk ook als wit weergegeven worden. Is dit niet het geval? Dan spreekt men van een kleurzweem. De kleurzweem verklaart ook gelijk waarom je foto soms blauwer of roder uitvalt dan de werkelijkheid is
De witbalans corrigeert meteen de sfeer in de foto. Elke instelling heeft zijn eigen sfeer. Zo geeft de instelling 'TL-licht' een koele, blauwige kleur over de foto, terwijl de instelling 'bewolkt' meer voor een warme, gelige sfeer zorgt.
Witbalans in Kelvin
Kelvin is de eenheid waarin kleurtemperatuur, en dus witbalans, wordt uitgedrukt. De warmte (rood) of koudheid (blauw) van de keur van het licht wordt hiermee aangeduid. Hiermee leg je dus eigenlijk aan de camera uit dat wit is bij welk licht. Maar je kan er ook creatief gebruik van maken. In het warme licht van een zonsondergang wil je misschien helemaal niet dat wit echt wit is. Het zou je hele foto een stuk blauwer maken, terwijl je juist die warmte op je foto wilde vastleggen. Je kunt de graden Kelvin veranderen door zelf de witbalans in te stellen, of door gebruik te maken van de vooringestelde witbalans instellingen van je camera.
Vooringestelde witbalans instellingen
Je kunt je witbalans helemaal zelf instellen met behulp van een grijskaart. Maar je camera heeft ook voorgeprogrammeerde instellingen, die in sommige gevallen een beter resultaat geven dan de automatische witbalans. In elk geval heb je meer controle.
Tungsten (kunstlicht)
Deze setting gaat uit van het normale huis tuin en keuken licht, gewone lampen dus. Werkt overigens ook vaak prima met flitslampen. De kleurtemperatuur is tussen 2800-3200 graden Kelvin.
White Fluorescent (Fluoriserend)
Dit is vaak in industriele of commerciele ruimtes te vinden: tl licht. Tl licht kan een groenig effect aan je foto geven, mits je natuurlijk de juiste voorinstelling kiest. De kleurtemperatuur is tussen 3400-3800 graden Kelvin.
Daylight (daglicht)
Geschikt voor een zonnige dag zonder wolken. De kleurtemperatuur is tussen de 5000-5500 graden.
Cloudy (bewolkt)
Vooral geschikt wanneer er een witte bewolking hangt, maar je wel overdag aan het fotograferen bent. Vooral geschikt wanneer de zon niet tussen de wolken door piept. Kleurtemperatuur rond 6000-6500 Kelvin.
Shade (schaduw)
Deze instelling is uiteraard voor wanneer je in de schaduw fotografeert, overdag. Het licht is blauwig (zeker als het niet bewolkt is en de lucht dus ook blauw is). Deze instelling zal dat blauwe effect neutraliseren. Kleurtemperatuur is rond 7000-7500 graden Kelvin.