Oefenen met een eenvoudig portret

Amy Schutte 1506
Als beginnend fotograaf kun je al snel oefenen met het maken van een portret. Vraag een vriend, familielid of buur om model te staan en je kunt aan de slag.

Soms zie je de meeste fantastische foto’s voorbij komen, gemaakt met ingewikkelde flits opstellingen, assistenten die reflectieschermen ophouden en spectaculaire achtergronden. Dat kan erg mooi zijn, maar het is een nog betere oefening om een mooi portret te maken, is eens helemaal naar de basis te gaan: een model, een raam en een camera. Hoe pak je het aan?

portret, portretfotografie, daglicht, diafragmaprioriteit

Opstelling voor je portret

Je kunt je model het beste haaks op het raam opstellen. Zijn of haar schouder is dan dicht bij het raam. Hoe dicht of hoe ver je er vanaf gaat staan is afhankelijk van de sterkte van het licht. Is er geen bewolking en schijnt het zonnetje recht naar binnen, dan zou je kunnen kijken of je iets voor het raam kunt hangen om het licht wat te verzachten. Witte vitrage, of vellen wit papier. Ga anders zo ver mogelijk weg staan. Als er aan de tegenovergestelde zijde van het raam een witte muur is, zal deze het licht mooi weerkaatsen. Het model kan dan haaks op het raam staan, het gezicht aan de kant van het raam zal lichter worden maar de reflectie op de muur zal de andere kant mooi invullen. Geen witte muur? Laat het model dan ietsje schuin draaien ten opzichte van het raam, met het gezicht meer naar het licht toe.

Diafragmaprioriteit

Zet je camera, voor deze oefening, op diafragmaprioriteit. Zo kun je je instellingen snel maken en toch bepalen hoe je foto eruit komt te zien. Ervan uitgaande dat je met een objectief fotografeert dat geen hele korte of hele lange brandpuntsafstand heeft (dat hangt ook af van op je een fullframe camera hebt of een met cropfactor, veel fotografen vinden een 50mm/85mm fijn voor portretten), kun je je diafragma het beste zo wijd mogelijk open zetten. Hierdoor wordt de achtergrond mooi onscherp en komt het model hier ‘los’ van. Let er wel op dat de sluitertijd niet te lang wordt, want dan krijg je bewegingsonscherpte. Probeer minimaal 1/125 aan te houden. Als je te weinig licht hebt, kun je de ISO omhoog zetten.

Overige instellingen voor het portret

Stel je camera bij voorkeur in op één scherpstelpunt (Single-point AF). Zo kun je heel precies zelf het scherpstelpunt bepalen voor je portret. Stel altijd scherp op de ogen. Als het model iets gedraaid staat ten opzichte van de camera, ga dan voor het oog dat het dichtst bij de camera is. Zet de autofocus modus ook op single AF, zodat de camera scherpstelt wanneer je half indrukt en je eventueel je compositie nog kunt bijstellen, zonder de afstand tot het onderwerp te veranderen. Dan klopt de scherpstelafstand immers niet meer. Je witbalans kun je op automatisch laten staan. Het raam, dus daglicht, is je lichtbron en automatische witbalans werkt dan prima.

portret, portretfotografie, daglicht, diafragmaprioriteit

Belichtingscompensatie

Wanneer je in diafragmaprioriteit fotografeert, bepaalt de camera de overige belichtingsinstellingen. Het kan dus zijn dat je foto lichter of te donkerder uitvalt dan je zelf zou kiezen. Controleer je foto’s dus steeds op het scherm. Vind je ze inderdaad te donker of licht? Dan kun je belichtingscompensatie toepassen. Op je camera zit een +/- knop. Druk deze in en beweeg het wieltje om de belichting aan te passen. Naar rechts wordt je beeld lichter, naar links wordt het donkerder.  

Je kunt het portret verder nabewerken als je wil, dan zou je in RAW kunnen schieten. Of fotografeer direct in Jpg, wanneer je geen nabewerking wil toepassen.

 

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy