Maak vandaag nog betere foto's
Fotografie is een kwestie van oefenen. Naarmate je meer met fotografie bezig bent, zul je nieuwe inzichten krijgen. Ga eens met deze tips aan de slag, en kijk of je vandaag nog betere foto’s kunt maken.
Maak je kader minder ruim
Soms is het lastig om dicht bij een onderwerp te komen. Camera’s op mobiele telefoons hebben een grote kijkhoek, net zoals de kitlenzen waar de meeste camera’s mee geleverd worden. Een grote kijkhoek betekent dat je camera, of eigenlijk je objectief, een relatief kleine brandpuntsafstand heeft. Om een onderwerp beeldvullend in beeld te krijgen, zul je met een kleine brandpuntsafstand redelijk dichtbij moeten. Maar dat is de moeite waard. Gebruik het hele kader, zorg dat het hele beeld telt. ‘Loze’ ruimte om het onderwerp heen maakt het moeilijker om de aandacht vast te houden, en het maakt de foto vaak minder interessant (tenzij de ruimte bijzonder is, of op een bepaalde manier het verhaal vertelt). Probeer dus strakker te kadreren.
Betere foto’s door te variëren in perspectief
Veel beginnend fotografen fotograferen vanaf ooghoogte. Je legt de wereld om je heen vast door de camera naar je gezicht te brengen en af te drukken. Maar soms wordt een foto vele malen interessanter door eens een ander perspectief te kiezen. Ga eens zitten en fotografeer omhoog. De wereld ziet er ineens heel anders uit! Dit noemen we ook wel ‘kikvorsperspectief’. Hetzelfde geldt voor de hoogte. Fotografeer eens naar beneden, vanuit ‘vogelperspectief’. Je kunt bijvoorbeeld op een trap of stoel gaan staan, of vanaf een hogere verdieping van een gebouw fotograferen. Perspectief kan de betekenis van je foto totaal veranderen. Zo lijken mensen die geportretteerd zijn vanuit kikvorsperspectief vaak groter en machtiger, terwijl ze vanuit vogelperspectief kleiner lijken en vaak kwetsbaarder overkomen. Bedenk dus wat je met je foto wil zeggen en kijk ook wat mooi is. Een bloem recht van boven kan er bijvoorbeeld heel anders uitzien dan vanaf de zijkant en kan een mooi, origineel beeld opleveren en dus een betere foto.
Niet in het midden
In het begin hebben veel fotografen de neiging om het onderwerp van de foto in het midden te plaatsen. Vaak is het ingestelde scherpstelpunt van de camera het middelste, en automatisch bouwen we het kader netjes om het midden heen. Soms kan dat goed werken, bijvoorbeeld wanneer een onderwerp precies symmetrisch is. Maar vaak is het onderwerp in het midden een beetje saai. Probeer je foto eens anders in te delen, door een andere compositie te maken. Een bekende ‘regel’ is de regel van derden. Door je onderwerp niet in het midden, maar op een derde van je kader te plaatsen, wordt je compositie vaak direct interessanter. Fotografeer je een persoon (of dier)? Zorg dan dat de ruimte (de overige tweederde van het kader) aan de kant zit waar hij of zij naartoe kijkt.
Betere foto's? Leer meer over licht
Licht is essentieel voor fotografie. ‘Fotografie’ betekent letterlijk ‘schilderen met licht’. Misschien heb je weleens in het donker geprobeerd te fotograferen, en heb je gemerkt dat dat lang niet meevalt. Kijk goed naar het licht, voordat je gaat fotograferen, tijdens en na. Probeer je ‘fotografisch oog’ te trainen, door je continu bewust te worden van licht, ook wanneer je niet aan het fotograferen bent. Kijk waar het licht vandaan komt, hoe sterk het is en hoe hard de schaduwen zijn. Veel fotografen zweren bij de ‘gouden uren’, net na zonsopgang en net voor zonsondergang. Het licht heeft dan een warme gloed en het is zacht, waardoor het contrast niet te hoog is. Foto’s met tegenlicht kunnen ook heel leuk zijn om te maken. Je kunt een lensflare creëren of een experimenteren met een silhouet.
Met een paar kleine ‘tweaks’ kun je je fotografie gemakkelijk naar een hoger plan tillen. Je hoeft echt niet direct meer apparatuur aan te schaffen. Iedereen kan leren fotograferen, en met deze tips maak je vandaag nog betere foto’s.