Kies voor abstract!

Amy Schutte 646
Abstractie kennen we vooral uit de schilderkunst, van Mondriaan en Picasso. Vaak schilderwerken waar de kenner laaiend enthousiast over is en de leek zegt iets in de trant van: ‘dat kan m’n neefje van 4 ook’. Toch zit het vaak wat ingewikkelder in elkaar, net als bij fotografie.

Het woord abstract komt van abstraheren, oftewel weglaten. Dat betekent dat je de context weglaat, waardoor niet (meteen) duidelijk is wat er te zien is. Je maakt gebruik van kleur en textuur in plaats van realisme. Maar wat kies je en hoe pak je dat aan?

Zoek naar beweging

Abstracte fotografie is bijvoorbeeld te vinden in beweging. Dat kan van het onderwerp zijn, of van de camera. Zet je sluitertijd eens op lekker lang en beweeg je camera terwijl je een foto maakt. Een beetje als pannen, maar dan niet met een onderwerp mee. Maak verschillende bewegingen met je camera en kijk wat mooi is bij verschillende onderwerpen. Langwerpige voorwerpen kunnen bijvoorbeeld mooi zijn als je ‘over ze heen’ beweegt, maar misschien is zigzaggen juist ook leuk. Zoek naar onderwerpen in de schaduw, want door de langere sluitertijd kun je sneller overbelichte foto’s maken. Beweging kan ook in het onderwerp zelf zitten. Een hard langsrijdende trein met een kleurrijke reclame op de zijkant kan een toffe, abstracte foto opleveren.

Fotografeer door dingen heen

Beslagen glazen, ronde vormen, een sinaasappelnetje, vaseline, je kunt allerlei voorwerpen voor je lens houden of erop smeren om een surrealistisch effect  te maken. Zoek naar contouren en vormen die niet meer herkenbaar zijn maar wel een bijzonder effect geven.

Meervoudige belichting

Deze vorm van fotografie komt uit het analoge tijdperk en houdt in dat je een foto twee keer belicht. Je draait als het ware niet door. Hierdoor worden twee foto’s over elkaar heen genomen, wat een te gek effect kan opleveren. Voor een heel abstract effect kun je bijvoorbeeld meerdere foto’s maken van hetzelfde onderwerp, waarbij je steeds de focus bijstelt. Of neem verschillende onderwerpen samen, die bijvoorbeeld qua kleur of structuur bij elkaar passen. Je kunt hier eindeloos mee experimenteren.

Ga macro

Bij macro vergroot je iets meestal enorm uit. Ga nog eens dichterbij en zoek naar de textuur van je onderwerp. Hierbij laat je totaal los dat je een ‘overzicht’ moet houden. Het is immers juist de bedoeling dat je niet meer weet waar je naar kijkt. Dus ga nog dichterbij en richt je op kleurverschillen. Zoek naar onderwerpen die niet voor de hand liggen, zoals de vleugel van een vlieg. De textuur hiervan is prachtig, maar een kijker zal geen idee hebben waar hij naar kijkt omdat elke referentie weg is.

Nabewerking

Je kunt natuurlijk ook abstractie aanbrengen in de nabewerking. Normaal wil je op een gegeven moment stoppen met nabewerken omdat de foto er anders te kunstmatig uit gaat zien. Voor abstractie zitten er geen grenzen aan hoe ver je kunt gaan. Ga los met filters en effecten, of leg verschillende nabewerkingen van dezelfde foto over elkaar heen. Voor echte abstractie dient de referentie weg te zijn, dus laat je creativiteit de vrije loop en pas al je Photoshop kennis toe!

 

Probeer een resultaat te krijgen dat nog steeds prettig wegkijkt. Dat is uiteindelijk ook een van de verschillen met de schilder en het vierjarige neefje: de schilder maakt prettig ogende, esthetisch aantrekkelijke werken. Zo ook met fotografie. Je kunt helemaal losgaan, maar het beeld moet interessant zijn. Veel goede abstracte foto’s geven rust en verwondering. Je blijft er als het ware naar kijken. Dat lukt vaak niet ineens, je moet er voor oefenen. En, net als de schilders, moet je basis goed zijn voordat je abstractie naar eigen wens en inzicht kunt maken.


 

afbeelding van Amy Schutte

Amy Schutte | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Amy