Hoe maak je een geweldige landschapsfoto? 8 tips

Locatie kiezen

Hoewel drukbezochte plekken ook best mooi kunnen zijn, zijn de mooiste landschapsfoto's natuurlijk die van bijzondere locaties. Ga daarom eerst eens op onderzoek uit en maak voor jezelf een leuk lijstje met locaties. Op een kaart kun je vaak al wel eventuele leuke routes ontdekken. Kijk eens waar zich bepaalde soort gebieden bevinden, landerijen zijn, of weggetjes lopen. Kijk op het internet welke gebieden mooi zijn en loop daar eens een rondje. Als je mooie plekjes tegenkomt tijdens een wandeling of iets moois ziet vanuit de trein, sla je locatie dan ergens op. Zo kun je snel je eigen kleine database samenstellen van mooie plekjes.

Juiste omstandigheden

Hoewel een landschap van zichzelf al mooi kan zijn, kan het tijdens de juiste weersomstandigheden echt prachtig worden. Over het algemeen wordt gesteld dat licht tijdens zonsopkomst en zonsondergang het mooist is. Maar ook midden op de dag kan het heel mooi zijn. Zo kun je bijvoorbeeld heel dramatische foto's maken door regenwolken te gebruiken. Ook het jaargetijde veranderd je foto enorm. Zo kun je een boeren landschap fotograferen in de zomer, waardoor je veel warme kleuren krijgt, maar ook in de winter wanneer de sneeuw en mist over de velden trekken. Zo krijg je met dezelfde locatie twee totaal verschillende beelden.

Compositie

Compositie is bij landschapsfotografie erg belangrijk. Gebruik aanwezige hoogteverschillen om diepte te creëren in je foto en gebruik duidelijke aandachtspunten, zoals bossen of bergen, als ankerpunt aan de horizon. Is je landschap vlak (zoals vaak het geval hier in Nederland bijvoorbeeld), gebruik dan vooral de natuurlijke lijnen in het landschap. Zo kun je een weg of vaart gebruiken om diepte te creëren. Ook kunnen dieren zoals schaapjes in een veld toch nog wat leven in een plat beeld brengen. Natuurlijk kun je ook de horizon naar beneden verplaatsen om een saaie voorgrond te verwijderen, al moet je dan wel een interessante lucht hebben. Het voordeel is wel dat als je eenmaal een mooi plekje hebt gevonden, hij niet zomaar weg zal lopen. Zo kun je makkelijk een aantal verschillende opties uitproberen of zelfs een andere dag terugkomen als de omstandigheden beter zijn.

Apparatuur

In principe kun je met elke camera een mooie landschapsfoto maken. Een kleine sensor geeft misschien wel eerder ruis in je foto's, maar omdat je toch met lage iso-waardes werkt, hoeft dat geen probleem te zijn. Werk je met verwisselbare lenzen, dan is een groothoeklens of lichte telelens het handigst. Je diafragma is niet zo belangrijk, aangezien deze toch klein moet (een hoog F-getal) voor veel detail in het beeld. Wel is het bijna onmogelijk om mooie landschapsfoto's te maken zonder een statief. Kies een stevig, niet te zwaar exemplaar. Hoewel een groothoekobjectief vaak gebruikt wordt voor landschapsfotografie, kan het ook juist heel interessant zijn om een tele-objectief te gebruiken.

Instellingen

Omdat je landschap het mooist is als hij van voor tot achter scherp is, wordt er vaak met hoge diafragma-getallen gewerkt. Een groot getal als f/8 of f/13 betekent veel scherptediepte en dus een mooie scherpe foto. Kies ook het liefst een lage iso-waarde, zoals 100 of 200. Daarmee voorkom je ruis en krijg je de best mogelijke weergave van de kleuren en kleurverlopen. Omdat je werkt met een kleine diafragma-opening en een lage iso-waarde, zal de sluitertijd automatisch relatief lang worden. Een statief is dus in veel gevallen erg belangrijk.

RAW

Bij het fotograferen van landschappen is het het beste om in RAW te fotograferen. Dit klinkt misschien een beetje als een open deur, maar er zijn nog steeds mensen die fotograferen in jpg. RAW bestanden zijn ongeveer drie keer zo groot als een hoge resolutie jpg-bestand dat uit je camera komt. Die extra data in het RAW bestand bevat waardevolle informatie van het landschap dat je gefotografeerd hebt en die je goed kunt gebruiken bij bijvoorbeeld het omzetten naar zwart-wit of om de kleuren juist extra te benadrukken. Ook de details in de hooglichten en schaduwen blijven op deze manier beter bewaard.

Fotografie in de winter

Bij het fotograferen van landschappen in de winter zijn er weer andere dingen waar je rekening mee moet houden. Bijvoorbeeld het gebruik van een zonnekap. De zonnekap van je lens zou er in de winter altijd (en wel naar voren gericht graag!) op je lens moeten zitten. In de winter zijn de dagen kort en de zon staat vaak vrij laag aan de horizon. Dit maakt de kans op flare in je foto's een stuk groter. De zonnekap kan dit probleem een stuk kleiner maken. Maar blijf alert op flare. Als je diafragma preview indrukt, voordat je de foto maakt, zie je de flare nog net wat beter aankomen

Nabewerking

In nabewerking kun je tegenwoordig nog erg veel aan je foto aanpassen zoals bijvoorbeeld contrast, verzadiging en scherpte. Maak je foto's het liefst in RAW. Zo blijft er meer ruimte om dingen aan te passen en blijft er bovendien meer van je foto behouden als je er wat bewerkingen op loslaat. Het is natuurlijk niet de bedoeling om alles later in de nabewerking te doen. De mooiste foto's zijn die waar weinig aan hoeft te veranderen en slechts een beetje extra contrast of verzadiging voldoende is. De meeste nabewerkingen die je bij landschapsfoto's zult toepassen zijn toch wel het wegpoetsen van stofjes of vliegtuigstrepen, en het rechtzetten van de horizon.

Lees ook: Fotograferen met een lange sluitertijd; 7 tips

Lees ook: 5 tips voor het perfecte stilleven