Foto's croppen, not done?
Sommige fotografen vinden dat bijsnijden een zwaktebod is. De compositie moet goed en weloverwogen zijn op het moment dat je afdrukt, niet later in de nabewerking, volgens hen. Maar er zijn een aantal situaties waar je juist wel kunt schieten om te snijden.
Scherpte van je objectief
De meeste objectieven hebben een ‘optische sweet spot’, een deel in het kader dat het scherpst is, onafhankelijk van andere instellingen als diafragma. In principe is het scherpste deel het midden. Naar de randen toe wordt de foto dan wat zachter. In welke mate dit voorkomt, verschilt per objectief. Grof genomen zijn duurdere objectieven vaak scherper over het gehele beeld. Vaak zijn objectieven uitgebreid getest en kun je online uitvinden hoe jouw (toekomstig) objectief presteert. Wanneer je optimale scherpte wil bereiken op het onderwerp dat je fotografeert, is het technisch gezien dus logisch om het onderwerp in het midden van het kader te plaatsen. Maar dat levert vaak een weinig interessante compositie op. Om er zeker van te zijn dat het onderwerp optimale scherpte heeft, kun je het gecentreerd fotograferen en de compositie later interessanter maken, door bij te snijden in de nabewerking.
Behoud een scherpe foto, ook na croppen
Op het moment dat je je foto bij gaat snijden, zoom je als het ware digitaal in. Je foto wordt vergroot, waardoor je niet meer de optimale resolutie behoudt. Met hedendaagse camera’s is dat niet zo erg, want die hebben over het algemeen een grote resolutie en er blijft vaak meer dan genoeg over om een scherpe foto te behouden. Tenzij je een billboard wil maken. Maar wanneer je het onderwerp vergroot, ga je kleine foutjes en onscherpte in de foto wel beter zien. Zorg dus dat het onderwerp scherp is, en dat je de sluitertijd niet te lang hebt staan. Hoe korter de sluitertijd, hoe minder kans dat er bewegingsonscherpte in je foto sluipt, die je in eerste instantie misschien niet gezien had.
Diafragma
Je objectief heeft nog een ‘sweet spot’, en die heeft alles te maken met het diafragma. Vaak presteert een objectief het minst wanneer het diafragma op zijn wijdst is, of juist helemaal dichtgeknepen. De ‘sweet spot´ ligt, in de meeste gevallen, een paar stops van de uitersten af. Je kunt dit het beste testen, door hetzelfde onderwerp onder dezelfde omstandigheden met verschillende diafragma te fotograferen (vanaf een statief) Door later in te zoomen, op de computer, kun je zelf bepalen welke foto het scherpst is. Om het beste resultaat te behalen in je bijgesneden foto (en daarmee uitvergrote onderwerp), kun je het beste fotograferen met de meest optimale diafragmaopening.
Ga niet te ver met croppen
Als je te veel van de originele foto wegsnijdt, en dus sterk inzoomt, kun je pixels gaan zien of kan je foto onscherp ogen. Hoe meer megapixels je sensor heeft, hoe beter je wegkomt met bijsnijden. Zorg dat je niet te ver gaat. Beoordeel je foto fullscreen en wees kritisch. Het is zonde als je foto geen goede kwaliteit heeft door teveel bij te snijden. Less is more, ook bij croppen.
- Lees ook: Nabewerking: foto's croppen