Belichting bij zwart-witfotografie
Een goede belichting is belangrijk voor iedere foto. Maar vooral in zwart-wit valt dit extra op, omdat je ogen niet afgeleid raken door een zinderend kleurenspel. Bij iedere fotografievorm is een andere dien je op andere zaken te letten wanneer je in zwart-wit fotografeert. Hierbij ligt de focus op straat- en portretfotografie.
Straatfotografie
Op straat is het onderscheid tussen donker en licht nog meer van belang bij zwart-wit fotografie. Het vaak chaotische leven op straat weerspiegelt zich in veel elementen binnen het beeld. Voetgangers die met een snelle pas voorbij schieten, terwijl een fietser en auto elkaar passeren en daarnaast ook een loslopende viervoeter nieuwsgierig rond dwarrelt.
Zonder kleur kunnen alle elementen binnen het frame chaotisch overkomen. Let daarom op een goede compositie en een goede belichting. Met de compositie creëer je rust in jouw foto, terwijl je door middel van belichting elementen benadrukt of verdoezelt. Het samenspel van deze twee elementen zorgt voor een harmonieus resultaat.
Ordenen
Het ordenen van elementen is niet alleen belangrijk bij straatfotografie. Het leven op straat is misschien lastiger te ordenen vanwege de hoeveelheid aanwezige elementen. Maar ook wanneer je landschappen, mensen of bloemen of de foto zet, blijft het belangrijk om voorwerpen goed te rangschikken in beeld.
Dit kan, zoals eerder genoemd, middels compositie. Gebruik bijvoorbeeld de regel van derden, waarbij je het centrale punt of onderwerp niet in het midden van het frame plaatst. Maar ordenen begint al voordat je de sluiter indrukt. Observeer de omgeving en kijk welke elementen relevant zijn. Zorg dat ieder aanwezig element een verhaal vertelt of ondersteunt, dat ieder voorwerp betekenis heeft.
Ook het soort foto dat je maakt, is belangrijk. Bij een totaalshot werk je over het algemeen met meer elementen binnen beeld dan bij een close-up. Kies ook de afstand tot het onderwerp of de scene bewust.
Portretfotografie
Bij portretfotografie ligt de focus op een persoon. In zwart wit wil je dat het gezicht extra naar voren komt. Dit kan door het contrast tussen de voor en achtergrond te vergoten. Belicht bijvoorbeeld jouw model en maak de achtergrond donker. Of kies een lichte achtergrond en verander jouw model in een silhouet. Pas op slagschaduw in het gezicht wanneer je de flitser gebruikt. In wart-wit vallen de schaduwen extra op.
Let op storende elementen op de achtergrond. Als je buiten fotografeert kunnen bijvoorbeeld takken een rommelig effect teweeg brengen. Je kunt er ook voor kiezen om de achtergrond onscherp te maken door middel van een klein diafragmagetal van bijvoorbeeld f/1.8. Hierdoor komt de voorgrond scherp in beeld en vervaagt de achtergrond. Hoe hoger het diafragmagetal, hoe scherper de achtergrond wordt.
Belichtingsdriehoek
Niet alleen het diafragma is belangrijk bij het kiezen van de belichting. Ook de ISO-waarde en de sluitertijd zijn belangrijk. Door een goede ISO-waarde voorkom je ruis en krijg je een scherpe foto. Probeer dit getal altijd zo laag mogelijk te houden en verhoog dit alleen wanneer je echt niet voldoende licht hebt om te fotograferen. Vooral bij zwart-witfotografie zie je snel ruisvorming wanneer je een te hoge ISO-waarde gebruikt.
De sluitertijd is van toepassing op hoelang de sensor van jouw camera aan licht wordt blootgesteld. Met het diafragma bepaal je hoeveel licht dat is. ISO, sluitertijd en diafragma worden gezamenlijk de belichtingsdriehoek genoemd.