6 tips om je (indoor)sportfoto's naar een hoger niveau te brengen

Speciaal voor jou als beginnend sportfotograaf zijn we in de materie gedoken voor wat handige tips, met name bij het fotograferen van binnensporten.

Tip 1. De juiste lens

Om een goede foto te maken, heb je niet het beste materiaal nodig, maar het is wel handig. En met name in moeilijke lichtsituaties heb je een goede lens nodig met een groot diafragma. Zo kun je snel genoeg fotograferen en toch genoeg licht vangen. Kies er een met bij voorkeur een opening van f/2.8 of groter.

Welk zoombereik je nodig hebt, hangt een beetje van de sport af en het soort foto dat je wil maken. Met een 24-70mm lens kun je een basketballer fotograferen die in de lucht springt. Maar als je wil inzoomen op een puck of bal zal je een veel groter teleobjectief mee moeten nemen.

Tip 2. Doe vooronderzoek

Een goede voorbereiding is essentieel. Ga na hoe de hal waar je gaat fotograferen er uit ziet. Let vooral op het soort licht en de intensiteit van het licht. Maar kijk vast naar een goed standpunt voor jou als fotograaf. Kun je dichtbij de actie komen, of moet je schieten vanaf de hoger gelegen tribune? Dit kan de lenskeuze voor je ook beïnvloeden. En, maar dit geldt eigenlijk voor alle soorten fotografie, pak je tas op tijd in zodat je niet in alle haast een belangrijk objectief vergeet.  

Ook niet onbelangrijk is dat je rekening moet houden met je eigen gezondheid. Fotografeer je schaatsen of ijshockey? Kleed je dan warm aan. Maar breng je een bezoek aan een zaal die bekend staat om een slecht werkende airco? Laat je jas dan maar thuis.

Tip 3. Witbalans

Als je eenmaal hebt uitgezocht wat het soort licht is dat schijnt in de sporthal, pas je witbalans daar dan op aan. Als je niet weet welke preset te gebruiken, neem dan voordat de wedstrijd begint een foto van een grijskaart zodat je na afloop al je foto's tegelijkertijd de juiste kleurweergave kunt geven.

 Tip 4. Sluitertijd en ISO

Essentieel bij sportfotografie is natuurlijk het bevriezen van de actie. Dit lukt alleen als je met een snelle sluitertijd fotografeert. Stel je camera bijvoorbeeld in op 1/1000 en wijk daar niet al te veel vanaf. Zit je al op je maximale diafragmaopening en kun je niet langzamer fotograferen, maar zijn de foto's alsnog te donker? Wees niet bang om een hogere ISO-waarde te gebruiken. De meeste spiegelreflexcamera's geven bij 4000 of 5000 nog een prima beeld af. Modernere camera's kunnen tegenwoordig al veel grotere ISO waardes aan.

Tip 5. (auto)focus!

Bij het fotograferen van bewegende objecten zal je al snel terugvallen op autofocus. En dan met name continu-focus (AF-C) waarbij je camera het onderwerp blijft volgen. Het is belangrijk om je camera slechts één scherpstelpunt mee te geven, dan werkt deze een stuk sneller.  

Maar denk bij het focussen niet alleen aan je camera, maar probeer je zelf ook goed te focussen op het spel. Na materiaalkeuze, waarmee je je foto's een goede kwaliteit geeft, springen jouw foto's er pas echt uit als ze de belangrijke momenten in de wedstrijd vertonen.

Het beste fotografeer je als je de sport kent, dan kun je je inleven in de opbouw en weet je precies waar de climax is. Heb je geen idee van de sport die je aan het fotograferen bent, laat je dan leiden door het gepassioneerde publiek dat op de spannende momenten de adem inhoudt en bij een belangrijke wending de ontlading laat blijken met luid gejuich.

Tip 6. Compositie

Weet je inmiddels op welk moment je je camera welke richting in moet sturen, dan kun je je bezig gaan houden met compositie. Let bijvoorbeeld op dat je een sporter niet bij de enkels of knieën afknipt. Het beste is kiezen voor óf volledig in beeld óf vanaf het bovenlichaam. En let ook op je horizon. Voorkom een Titanic-gevoel en houdt de reclameborden op de achtergrond recht.

Dit waren zes tips om je sportfotografie – en dan met name indoor – naar een hoger niveau te brengen. En dan hebben we de belangrijkste tip nog niet eens genoemd, want die luidt: heb plezier!