Tips: regen fotograferen
Je kent ze wel, die sfeervolle plaatjes vol regendruppels of met mensen die in alle haast een schuilplaats zoeken. Regen kan je een mooi beeld opleveren. Met deze tips helpen we je op weg.
Het is nu nog koud, maar natte sneeuw maakt rap plaats voor dikke druppels regen. Helaas, denk je, maar vergeet niet dat regen hele mooie beelden op kan leveren. Denk bijvoorbeeld aan wolkbreuken die een mysterieus licht over stad en land verspreiden, regendruppels die over de ruiten glijden en mensen die in gevecht zijn met een paraplu. Regen kan leuk zijn, mits je weet hoe je er mee om moet gaan. Waar je aan moet denken als je met je camera de deur uitgaat:
Bescherm je apparatuur
Jij kan beter tegen de regen dan je camera. Bescherm hem dus goed. Dat kan met dure beschermhoezen, maar ook met goedkopere middelen. Wees bijvoorbeeld creatief met een vuilniszak of plastic draagtas waarmee je je camera afschermt. Natuurlijk kun je geen doorzichtige tas voor je lens binden, dat zie je op de foto. Wel kun je een zonnekap gebruiken als je die hebt of een paraplu meenemen. Uiteraard geldt dit niet voor camera’s die waterdicht zijn gemaakt.
Lees ook: Bescherm je gear tegen slecht weer
Regen fotograferen
De regen zelf vastleggen is moeilijk omdat het al gauw een grijze waas vormt. Wil je het toch proberen? Kies dan voor een lange sluitertijd. Het gevaar van zo'n lange sluitertijd is wel dat je grijze strepen krijgt en bewegingsonscherpte, zoals in de foto hieronder.
Dit is natuurlijk een leuk plaatje, maar de regen zie je niet echt. Wat je het beste kunt doen is een statief gebruiken om de bewegingsonscherpte te beperken. Maak ook een paar testfoto's om te bepalen wat een goede sluitertijd is. Bij een te korte tijd zal je weinig regen zien, maar een te lange sluitertijd zorgt, vooral zonder statief, voor een foto zoals hierboven. Op de foto hieronder zie je het resultaat van goede camera-instellingen waarmee je regen kunt vastleggen zonder dat je een bewogen beeld krijgt.
Regen onzichtbaar maken
Soms wil je juist de regenachtige omgeving fotograferen zonder dat je de regen zelf ziet vallen. Als dat je doel is, kies je voor een korte sluitertijd zodat je camera geen tijd heeft om de vallende druppels te registreren en de bewegingsonscherpte gering blijft. Het kan zijn dat je met het diafragma dat je wilt gebruiken, een onderbelichte foto krijgt. In dat geval kun je het iso wat opschroeven. Op de foto hieronder zie waarom de keuze voor een kortere sluitertijd voordelig kan zijn; je foto wordt niet bedoezeld door grijze druppels, strepen of een waas. In dit geval is dat gewenst omdat het gezicht van het kind zo het best naar voren komt.
Regendruppels fotograferen
Een andere optie is uiteraard de druppels zelf fotograferen die op bloemblaadjes of ruiten blijven hangen of er vanaf druipen. Daarvoor zul je zover mogelijk in moeten zoomen. Met een klein diafragma (een hoog diafragmagetal, bijvoorbeeld f/11) krijg je een zo groot mogelijke scherptediepte, wat inhoudt dat de achtergrond scherper wordt. Wil je juist de aandacht op de druppel leggen en de achtergrond onscherp maken? Kies dan voor een groter diafragma. Overigens kun je voor dit soort close-ups ook gebruik maken van een 50mm lens (portretlens). Die is helemaal niet zo duur en stelt je in staat om van relatief dichtbij, je foto’s toch nog scherp te krijgen.
Zorg voor je spullen
Als je weer thuis bent is het belangrijk dat je je lens, geheugenkaart en batterijen van en uit je camera haalt en ze ‘te drogen’ legt. Niet op of vlakbij de verwarming, maar gewoon op een tafel onder kamertemperatuur.